Hugo Snabilie

Mensen een kans geven om te leren en te ontwikkelen; dat is al meer dan 40 jaar de grote passie in mijn professionele leven.


Neem contact met mij op

TELEPHONE: +31 (0)6-33628548
E-MAIL: hugo.snabilie@gmail.com

BLOG

17 Maart 2021
21 Mei 2020
02 Maart 2020
28 Augustus 2019
07 Januari 2019
18 September 2018
27 Juli 2018
02 Juli 2018
19 Juni 2018
09 December 2015
26 Oktober 2015
25 Augustus 2015
29 Juni 2015
12 April 2015
28 Februari 2015
22 Januari 2015
13 November 2014
17 Oktober 2014
29 September 2014
07 September 2014
15 Augustus 2014
27 Mei 2014
14 Maart 2014
01 Maart 2014
01 Maart 2014
22 Dec 2013
11 September 2013
01 September 2013
3 juli 2013
28 Juni 2013
27 Mei 2013
17 April 2013
29 Maart 2013
19 Maart 2013
 11 Januari 2013
 6 December 2012
30 November 2012
21 November 2012
 7 November 2012
 3 November 2012
15 Juni 2012
15 Juni 2012

In tijden van corona

17 Maart 2021

We zijn halverwege maart 2021. Een jaar corona zit er op, we lijken het ergste te hebben gehad en kunnen weer voorzichtig een beetje vooruit kijken en plannen maken. Maar toch eerst nog even een blik terug, hoe heb ik het zelf gedaan het afgelopen jaar, wat was het effect op mij en mijn leven?

Eerlijk gezegd, niet zo heel groot. Afgezien van (veel) minder contact met onze kinderen, kleinkinderen en andere familie en kennissen, is het leven van Marianne en mij zo’n beetje door gehobbeld. Dat wil zeggen Marianne thuis werkend, ik toch veel in mijn eigen kantoor in Bakkum. Fietsend of lopend er heen, 1,5 meter afstand nemen, mondkapje en veel online werken. Maar niettemin vrij normale routine.

Ook mijn werkzaamheden zijn grofweg hetzelfde gebleven en concentreerden zich op:

  • Museum BroekerVeiling
  • De Oude Keuken
  • Het Zeehuis
  • Stichting Oer-IJ
  • Dorpshuis De Schulp
  • Jobortunity
  • PUM

Vrijwel al deze organisaties hebben last gehad (en hebben dat nog) van de pandemie en de lockdowns, in het bijzonder De Oude Keuken en Museum BroekerVeiling. Gebruikmakend van overheidssteun, subsidies en fondsen weten de organisaties zich met vallen en opstaan en met kunst- en vliegwerk staande te houden.

Bij het Zeehuis, dat onder de vleugels van de landelijke NIVON-vereniging geen acute problemen kent, speelt al een half jaar een conflict. Ik vind het onbegrijpelijk dat mensen in hun vrijwillige, grote betrokkenheid het zo hoog laten oplopen. Ik hoop dat ik een steentje kan bijdragen aan een wat rustiger periode, waarin we weer kunnen bouwen en Het Zeehuis een fijne plek is en blijft voor bezoekers en de vele vrijwillige medewerkers.

De Stichting Oer-IJ gaat eigenlijk door alsof er geen corona is. Geen lezingen of fysieke bijeenkomsten, maar een onverminderd aantal initiatieven, ideeën en plannen, waaronder die rond “Ode aan het landschap”.

Zoals verwacht mocht worden is de renovatie van dorpshuis De Schulp een kwestie van lange adem. Maar het proces met de gemeente loopt en laat zich positief aanzien. Een aantal fondsen heeft al positief besloten tot een bijdrage, anderen, zoals ook de parochie/bisdom, heeft het nog in behandeling.

Hoewel bij PUM veel gedaan wordt aan “remote coaching”, omdat er niet gereisd wordt (i.i.g. tot 1 juli 2021), was het voor mij erg stil. Pas onlangs ben ik gestart met een opdracht voor een organisatie in Vietnam. Alle introductie, cultuurverschillen en aanpassingen die je normaal gesproken in de eerste dagen van je bezoek oplost, moeten nu online worden gedaan. Ik vind dat niet meevallen. De viering van 10 jaar Jobortunity met de presentatie van het prachtige fotoboek viel vorig jaar ook helemaal in het water. Niettemin heeft Jobortunity zich in de bijzondere, lokale situatie in Tanzania, wonderbaarlijk goed staande gehouden. Ik heb nog een aantal boeken. Voor een bijdrage van tenminste € 15 stuur ik er graag één op. Het is het zeker waard.

Al met al kan ik vaststellen dat ik in het fondsenwerven het afgelopen half jaar wat effectiever en succesvoller ben geweest dan daarvoor. En dat is een prettig gevoel, zeker in tijden van corona. Marianne en ik hebben veel gewandeld. We hebben inmiddels tientallen “coronawandelingen” gemaakt. Veel coronakilometers dus in plaats van coronakilogrammen. We hebben veel gewandeld in de directe omgeving, gebruik makend van het Wandelnetwerk Noord-Holland, maar gaandeweg uitgebreid naar andere delen van Noord-Holland. We hebben er enorm van genoten en beseffen ons eens te meer in wat voor prachtige omgeving we wonen.

In verband met hielproblemen en een kleine ingreep aan mijn scheen, heb ik het in januari en februari even at rustiger aan moeten doen met hardlopen en ook een beetje met wandelen. Nu pak ik de draad weer rustig op en daarin past ook de Run for Kika. Van 21 t/m 31 maart loop ik 21 km t.b.v. dit goede doel. Kinderen met kanker zijn het waard om voor te lopen en om er geld voor in te zamelen.

Sponsoren kan nog steeds, zie: https://www.runforkika.nl/hugo-snabilie-run-for-kika-lente-fit


International Museum Day 2020

21 Mei 2020

Maandag 18 mei is het “International Museum Day”, en zoals zoveel andere herdenkingen en gebeurtenissen, zal ook deze dag in 2020 anders worden gevierd dan gebruikelijk. World Museum Day is zo wie zo geen dag die bij velen van ons op de kalender staat. Daarvoor zijn er ook teveel van dit soort dagen.

Het doel van International Museum Day, dat sinds 1970 wordt gevierd en word gecoördineerd door ICOM (International Council of Museums) is aandacht te vragen voor het feit dat musea een belangrijke bron zijn van cultuur, cultuurverrijking, wederzijds begrip en vrede en samenwerking tussen volken. Ieder jaar op of rond 18 mei worden er evenementen georganiseerd van één of meer dagen om de dag te vieren. De deelname van musea groeit over de hele wereld, in 2019 namen 55.000 musea deel in meer dan 150 landen.

Met als thema Musea voor Gelijkheid, diversiteit en inclusie, streeft International Museum Day 2020 naar aandacht voor het belang van diversiteit in bezoekers en medewerkers en wat gedaan kan worden om tot nu toe achtergebleven doelgroepen te bereiken.

Museum BroekerVeiing had er dit jaar wél bij stil willen staan. En dat niet zozeer omdat ons museum zich de afgelopen jaren internationaal (ja zelfs mondiaal via het WAMU, water museums network) heeft georiënteerd, maar meer in verband met het thema Het sluit naadloos aan bij het Erasmus+ project “Inclusive Museums”, dat MBV coördineert.

Kort voor de start van de lockdown (al of niet intelligent), namen we met vier personen deel aan de internationale bijeenkomst in Hyvinkaa in Finland. We waren met de collega’s uit Spanje, Polen en België te gast bij het Finnish Railway Museum om verder te praten over het worden en zijn van een inclusief museum, een museum dat zijn deuren open zet voor bezoekers, maar zeker ook medewerkers, uit doelgroepen met minder kansen in de samenleving. Eind mei hadden we in het kader van het project een bijeenkomst gepland in Katowice, Polen.

Bij onze “viering” van 18 mei hadden we met stakeholders en geïnteresseerden in een seminar aandacht willen schenken aan het project en het thema. Maar hoewel Museum BroekerVeiling inmiddels alweer bootjes verhuurt en per 1 juni, met beperkingen, weer open gaat, zullen we 18 mei a.s. als International Museum Day geen bijeenkomst kunnen organiseren.

Maar het thema blijft onze aandacht houden, het project Inclusive Museums met de partners weer intensiveren en we zullen de bijeenkomst met stakeholders en belangstellenden in het najaar op een geschikte dag, alsnog organiseren. Wat in het vat zit, verzuurt niet.


Erasmus+ Strategic Partnership project Inclusive Museums

02 Maart 2020

From the 14th until the 17th of November 2018 a TCA (Transnational Contact Activity) took place in Santiago de Compostella in Spain, titled ”Cultural Heritage: European Cultural Heritage in Adult Education”.

In the course of these days a couple of people worked on the idea of empowering volunteers by involving them in activities in museums. The idea was worked out and presented at the end of the contact seminar.

In March 2019 the same organisations applied for an Erasmus+ funding as a KA II project, meaning a strategic partnership aimed at exchanging best practices. The application was aproved in the summer of 2019 and the partners could start their activities.

The partnership consists of:
  • HISTORIES vzw, a Belgian organisation focused on knowledge of and education in cultural heritage (www.historiesvzw.be)
  • Suomen Rauratie Museo, a railroad museum in Hyvinkaa, Finland (www.rautatiemuseo.fi)
  • Muzeum Slaskie, a big regional museum in Katowice, Poland (www.muzeumslaskie.pl)
  • Centro de Educacion de Adultos in Olmedo, Spain, a regional institute in adult education (www.directorio.educa.jcyl.es)
  • Museum BroekerVeiling, museum with regional cultural heritage in Broek op Waterland, The Netherlands (www.broekerveiling.nl)

Mainly because the Dutch partner is coordinating the project, the first meeting was in The Netherlands, from 7th until 11th of October 2019. There was time for introduction, getting to know each other and working on the project. And of course, we visited not only Museum BroekerVeiling extensively, but also Museum Kranenburgh and Museum Het Sterkenhuis in Bergen and Stedelijk Museum in Alkmaar. We talked about and discussed our themes with museum professionals, volunteers and stakeholders.

From the 27th until the 31st of January 2020 the second international meeting of the project was held in Hyvinkaa in Finland. The group was complete with 16 participants. In this second event the group got closer to each other and was still more focused on the theme and aims of the project.

In three, long, days we not only visited a number of museums in Hyvinkaa, like the Finnish Railway Museum (of course), the Art Museum, The City Museum, but also The Finnish Labour Museum Werstas and the Museum Centre Vapriikki in Tampere (including the very interesting Game Museum). We also discussed a lot about inclusiveness of museums and the possibilities and obstacles of involving volunteers, in particular volunteers with less chances in society. We agreed on the division of tasks, communication, budget etc. It was a real inspiring and valuable week.

In May we will go to Poland, we are looking forward to that and in the meantime we are preparing this meeting and working on the project.


Sociale Inclusie en Internationalisering

28 Augustus 2019

Beroepsonderwijs en –training blijft mij boeien, inclusief de internationale samenwerking daarin. Waar ik in het verleden vaak betrokken was als vertegenwoordiger van een onderwijsorganisatie, treedt ik nu vaak op als vertegenwoordiger van andere organisaties, zoals sociale ondernemingen of van een museum.

Als De Oude Keuken zijn we natuurlijk al tien jaar veel bezig met sociale inclusie, mensen met een geestelijke beperking of psychiatrische achtergrond door werkervaring en leertrajecten meer mogelijkheden bieden.

Sinds 2018 is De Oude Keuken ook internationaal bezig. Een Erasmus+ subsidie geeft de mogelijkheid bij soortgelijke organisaties in het buitenland kennis op te doen en te delen.

Dat sociale inclusie in heel Europa belangrijk is, blijkt uit het feit dat het Nederlandse agentschap Erasmus + van 23 tot 25 juni in Wageningen een internationaal contactseminar organiseerde met als titel “Social Inclusion and Diversity”. Ik nam deel als vertegenwoordiger van De Oude Keuken.

Eerder, in begin juni nam ik deel aan een bijeenkomst in San Sebastian van thematische teams van EfVET (www.efvet.org ), het Europese platform voor beroepsonderwijs, waarvan ik lid ben gebleven. Eén van de thematische teams is “Social Inclusion”, en met ongeveer de helft van het aantal teamleden, hebben wij ons gebogen over dit vraagstuk in relatie tot het middelbaar beroepsonderwijs.

Tenslotte ben ik na mijn PUM-missie (www.pum.nl) in december 2018 naar Tanzania in contact gebleven met Jobortunity (www.jobortunity.org) , ook een sociale onderneming en trainingsinstituut voor kansarme jongeren in Arusha. Ik ben toegetreden tot het Nederlandse bestuur en blijf actief als adviseur.

Ik ben blij dat de projectaanvraag “Inclusive Museums” bij Erasmus+ ook is goedgekeurd. Na het internationale seminar “Adult Education and Cultural Heritage” in november 2018 in Santiago de Compostella, ben ik namens Museum BroekerVeiling bezig geweest met de formulering en de aanvraag van een project om vrijwilligers in het culturele gebied via werk in musea, ook een stap in hun ontwikkeling te laten maken. Met musea in Finland en Polen, een instituut voor volwassenenonderwijs in Spanje en een organisatie voor behoud van cultureel erfgoed in België, gaan we, door bij elkaar uitgebreid in de keuken te kijken, ideeën ontwikkelen om dit zo goed mogelijk te organiseren, begeleiden etc.

Wat mij intrigeert is de combinatie van sociale inclusie en internationalisering. Het blijkt echt mogelijk te zijn om met goede aanvragen subsidie te krijgen voor internationale contacten, óók voor kleine sociale en culturele organisaties. Sociale inclusie door ontwikkeling en training gebeurt niet alleen in grote (onderwijs-)organisaties; juist ook in vele mooie sociale initiatieven. En Europa heeft daar oog voor en wil samenwerking op dit gebied ondersteunen.

Door op dit gebied bij verschillende organisaties actief te zijn, verbind ik partijen en kan van elkaar geleerd worden, lokaal, regionaal, nationaal en internationaal.

Bakkum, augustus 2019


Karibu

07 Januari 2019

Karibu; "welkom en tot je dienst" in het Swahili, is de titel die ik deze blog over mijn PUM-missie naar Tanzania geef. Karibu, omdat ik mij zeer welkom heb gevoeld bij de mensen van de organisatie Jobortunity en bij het gezin van de directeur/oprichter, waar ik bijna twee weken verbleef.

Iedere PUM-missie is anders, dat maakt het vrijwilligerswerk voor PUM ook zo interessant. Het was mijn eerste bezoek aan Tanzania en aan Oost-Afrika. In mijn hoofd vergeleek ik mijn eerste indrukken met Niger (mijn eerste PUM-missie in 2013), Aruba, waar we van 1978 tot 1984 woonden en Suriname waar ik ook redelijk veel geweest ben.

Mijn indruk nu is dat Tanzania het dichtst bij Suriname komt. De gebrekkige infrastructuur, de vele mensen op straat, met en zonder allerlei handeltjes en kleine bedrijfjes in houtbewerking, lassen, cementblokken maken, een koe of een paar geiten etc. En dat in een prachtige groene omgeving, waarin vrijwel niemand echt honger lijdt. De regio Arusha heeft bovendien een aantal nationale parken en schitterende, hoge bergen als de Kilimandjaro en Mount Meru, dus ook het toerisme is een belangrijke factor.

Bij Jobortunity trof ik een moderne organisatie met betrokken medewerkers, die in de afgelopen tien jaar zelf een sterk concept heeft ontwikkeld, dat zich in de praktijk heeft bewezen. Bijzonder is dat hoewel de omstandigheden in de regio Arusha in Tanzania heel andere zijn dan in de regio Noord- Kennemerland in Nederland, er veel overeenkomsten zijn tussen Jobortuinity (www.jobortunity.org) en De Oude Keuken in Bakkum (www.deoudekeuken.net).

Beide organisaties werken voor kwetsbare doelgroepen, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en vallen binnen de EU-definitie van “social enterprise”. Door opleiding, begeleiding en training vergroten beide organisaties de kansen van deze mensen op werk, bestaan en geluk. Hoewel de arbeidsmarkt in de beide regio’s zeer verschilt, wordt hiermee toch ook voldaan aan de behoefte van het bedrijfsleven aan opgeleid personeel, al gaat dat lang niet altijd gemakkelijk.

Beide organisaties bestaan ongeveer 10 jaar, zijn door de huidige directeur opgericht (beide dames) en hebben niet alleen bewezen bestaansrecht te hebben, maar zijn ook uitgegroeid tot de actuele omvang en een stabiele organisatie. De vragen van dit moment zijn zeer vergelijkbaar; hoe verder? De wil om te groeien om nog meer impact te kunnen maken, maar hoe (er zijn fysieke beperkingen aan de huidige locatie), welke producten en diensten, in welke rechtsvorm, met welk personeel, etc?

De positie van de directeur/oprichter speelt in beide gevallen ook een rol. Gedreven door passie hebben de twee dames een organisatie opgebouwd door veel te pionieren. Dat vereist naast passie, vindingrijkheid en doorzettingsvermogen, competenties die zij beide in ruime mate bezitten. Maar zijn het dezelfde competenties die het leiden van een bestaande organisatie vereisen? Biedt het directeurschap van de lopende organisatie voldoende uitdaging aan deze dames? Ik denk het antwoord te weten, maar het is natuurlijk aan hen om deze echt te kunnen beantwoorden.

Ik ben door de opdracht bij Jobortunity in Arusha, die wat mij betreft nog niet geheel is afgerond, in de gelegenheid geweest te adviseren op de strategische koers voor 2019-2024, en kan dat goed gebruiken voor strategische plannen elders, bijvoorbeeld De Oude Keuken. Wat wil je nog meer?


Tsjechië en Zwitserland

18 September 2018

Afgelopen vakantie verbleef ik zowel in Zwitserland als in Tsjechië. We gingen na 22 jaar weer een keer terug naar het hooggebergte van Valais, Zuid-West Zwitserland. Vanaf 1976 zijn we daar een tiental keer geweest vanwege de mooie wandelingen en bergtochten.

Vanaf 2003 komen we ieder jaar een paar keer per jaar in Tsjechië, zeker in de zomervakantie. Ook hier gaat het om de mooie omgeving en de talloze wandelmogelijkheden.

De wandelmogelijkheden zijn niet de enige overeenkomst, beide landen zijn in Europese context kleine landen en volledig omsloten (“binnenstaten”). Sterker nog de grenzen worden gevormd door gebergtes en bergruggen, dat merk je nu nog steeds als je per auto de landen bezoekt.

Natuurlijk viel het ons op dat Zwitserland duur is, vrijwel alles is behoorlijk duurder dan in Nederland en dus zeker veel duurder dan in Tsjechië. Zowel in Zwitserland als in Tsjechië ging een koplamp van de auto kapot (links en rechts!). In Zwitserland kostte dat bij een lokale garage Sfr. 25,=, in Tsjechië (de andere koplamp) CZK 120,=, ofwel in Zwitserland ca € 22, in Tsjechië ca € 5,=.

De neutrale positie van Zwitserland heeft het land geen windeieren gelegd. Het behoort tot de rijkste landen van Europa en van de wereld.

Op enig moment in deze vakantie vroeg ik mij af waarom een met Zwitserland vergelijkbaar land als Tsjechië niet ook zo’n neutrale positie in Europa zou kunnen innemen? Is het vreemd of onverstandig dat Tsjechië worstelt met de vraag om toe te treden tot de eurozone? Tsjechië is natuurlijk lid van de EU, het draagvlak hiervoor groeit licht, maar er is zeker ook twijfel. (Waar niet trouwens?)

Even een paar karakteristieken (ter vergelijking):

NederlandZwitserlandTsjechië
Vormmonarchiebondsstaatrepubliek
Geogr.kustlandbinnenstaatbinnenstaat
Opp.41.543 km241.284 km278.866 km2
Bev.17,1 miljoen8,5 miljoen10,7 miljoen
Bev.dichtheid411,3 inw/km2199,5 inw/km2135,4 inw/km2
Rel.kath23,7%42%26,8%
prot.10,2%40%2,5%
geen55%18%59%
MuntEuroS.francTsj.kroon
GDP per capita nominal $48.22380.19020.368
GDP p.c. PPP $52.94165.00636.916
(PPP, purchasing power parity, dus reëel i.p.v. nominaal; World Bank 2017)

Tsjechië is dus bijna twee keer zo groot als Zwitserland, heeft twee miljoen inwoners meer, maar een Gross Domestic Product per capita (per hoofd van de bevolking), die zo’n 57% is van die van Zwitserland als het om koopkracht gaat en ca 25% als het om het nominale bedrag gaat.

Vertaald naar mijn koplampervaring. De reparatie kost ruim vier keer meer in Zwitserland, maar met die CZK 125,- kan de Tsjech (onze aardige garageman Martin Svarc van Auto Martin in Trutnov) gelukkig wel aardig wat kopen. En de verhoudingen lijken aardig te kloppen met de GDP cijfers. Statistieken die geloofwaardig zijn, dus.

Afkomst verloochent zich niet, het zou met het onderwijs te maken kunnen hebben. Hoewel het Tsjechische onderwijs niet direct slecht is te noemen, staat Zwitserland als het om de kwaliteit van onderwijs gaat, steevast hoog op de ranglijst.

Maar er zullen vele andere redenen zijn (ook historisch) die de grote verschillen kunnen verklaren. Ik blijf het een intrigerende vraag vinden en hoop in de loop van de tijd nog wat meer inzicht te krijgen. Suggesties en bijdragen zijn zeer welkom.

Mijn voorlopige conclusie is dat Tsjechië vooralsnog een lekker goedkoop, heerlijk vakantieland blijft. Ik denk dat ze kritisch EU-lid zullen blijven, maar uiteindelijk ook de euro zullen invoeren. Op langere duur zal dat de welvaart verder doen toenemen door een toenemende GDP per capita. Zwitserland blijft lekker eigenwijs zijn eigen gang gaan en blijft voor bergwandelaars heel veel bieden.


Werkgelegenheid en internationalisering

27 Juli 2018

Niet alleen in Nederland is de werkloosheid laag, na seizoenscorrectie 4,1% in Mei 2018. In Tsjechië is het nó lager, 2,3%. Afgestudeerden van het hoger onderwijs hebben in Nederland en Tsjechië dan ook weinig moeite een baan te vinden. In de EU-28 vindt 80,2 % van de afgestudeerden binnen 3 maanden een baan. In Nederland is dat 90,4%, in Tsjechië 89,9%, dat ontloopt elkaar niet.

Heel anders is dat voor bijvoorbeeld Italië, 55,2% en Griekenland, 52,0%. Deze situatie leidt tot internationale mobiliteit. Jonge mensen uit Italië, Griekenland en Spanje gaan studeren en werken in landen als Nederland en Tsjechië. Iedere maand zoeken 150 tot 200 Griekse afgestudeerden werk in Tsjechië.

Andersom zijn er jonge Tsjechen die in Europa op zoek gaan naar beter betaalde banen en jonge Nederlanders naar waardevolle buitenlandse ervaring. Deze beide vormen van internationale mobiliteit leiden gaandeweg tot een Europese arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden. Een goede zaak, voor de jongeren én voor Europa.

Subsidie kan daarbij helpen, zeker voor mensen en organisaties met weinig geld. De Europese Unie heeft kort geleden besloten het budget voor het overkoepelende Erasmus + programma de komende jaren fors te verhogen. Deze subsidie is bedoeld voor allerlei organisaties die met het opleiden van mensen bezig zijn, ook “sme’s” (Small & Medium sized enterprises), waaronder sociale ondernemingen.

Vanuit ons nieuwe (met zoon Bas gedeelde) kantoor in de inspirerende omgeving van Bakkum, ondersteun ik graag organisaties, zeker ook MKB-bedrijven en sociale ondernemingen die mensen opleiden, in het taaie aanvraagproces.


Horecapersoneel

02 Juli 2018

Niet alleen in Nederland is het moeilijk voldoende geschoold personeel in de horeca te krijgen. En te houden. Ook in Tsjechië is dat een groot probleem, volgens “Hospodarska Noviny”.

Eén van de redenen waarom de horeca in Tsjechië met een tekort aan arbeidskrachten worstelt is het ongebruikelijk hoge aantal cafés en restaurants per hoofd van de bevolking. In Tsjechië is er per 265 inwoners een café/restaurant, in Duitsland één per 501 en in het Verenigd Koninkrijk één per 780 inwoners, weer volgens “Hospodarska Noviny”.

Omdat ik graag een idee wilde hebben van de situatie in Nederland ter vergelijking, kwam ik op de cijfers van de “Food and Beverage Statistics” (2015). Deze cijfers wijken af, veroorzaakt door andere criteria e.d. maar geven wel de verhoudingen aan.

Aantal restaurantsBevolking (mil)Inwoners per restaurant
Italië267.45960,6226,5
Spanje247.03646,6188,5
Duitsland183.02682,7451,9
Ver. Koninkrijk119.92465,6547
Tsjechië49.90910,6212,0
Nederland47.66017,0356,7

Statistisch gezien volkomen waardeloos, maar een check in ons dorp in Tsjechië lijkt aardig te kloppen, en die in Egmond-Binnen ook.

Het aantal cafés/restaurants in Tsjechië stijgt, terwijl het aantal geschoolde medewerkers stagneert en van de nieuwe medewerkers is maar 15% adequaat geschoold. Het grootste probleem is dat er bijna geen interesse is in stagairs voor keuken- en bedienend personeel.

Er wordt in Tsjechië gedacht aan medewerkers uit het buitenland (uit Oekraïne bijvoorbeeld), maar deze mensen krijgen heel moeilijk een arbeidsvergunning.

Aan de grens met Duitsland en Oostenrijk heeft men juist met het tegenovergestelde te maken, Tsjechen die meer kunnen verdienen aan de andere kant van de grens.

Net als in Tsjechië gaat het in Nederland niet alleen om het loon, de primaire arbeidsvoorwaarden, maar ook over de secundaire arbeidsvoorwaarden en de heersende bedrijfscultuur.

Om personeel te behouden en duurzaam in te zetten, moet ook gedacht worden aan:

  • Ontwikkelmogelijkheden, een leercultuur
  • Gezond en veilig werken
  • Flexibele arbeidstijden
  • Terugdringen van werkstress
  • Terugdringen van ongewenst gedrag
  • Stimuleren van interne mobiliteit

Juist deze aspecten kunnen onderdeel zijn van een implementatieplan dat gedeeltelijk gefinancierd kan worden door het ESF (Europees Sociaal Fonds). In Nederland komen er nog een paar termijnen om hiervoor subsidie aan te vragen. En het aardige van de EU is dat dit dus ook in Tsjechië kan.

En dat er wellicht van elkaar geleerd kan worden. Lijkt mij interessant om aan te werken.


2018, een bijzonder jaar en dat is het

19 Juni 2018

Ieder jaar is natuurlijk een bijzonder jaar, net als dat ieder mens een bijzonder mens is. Maar soms is een jaar extra bijzonder. Voor mij is dat dit jaar, het jaar 2018.

Hoewel het tegenwoordig geen pensioenleeftijd meer is en je je mag rekenen tot de jonge ouderen, is 65 nog steeds een mijlpaal en dat wordt ik in augustus (tenminste daar gaan we van uit). We gaan het vieren, maar niet met een groot feest. Dat hebben we ruim een half jaar geleden nog gedaan ter gelegenheid van ons 40-jarig huwelijk. We gaan met de kinderen en kleinkinderen veertien dagen naar Evolene in Zuid-West Zwitserland (kanton Wallis). In 1976, 42 jaar geleden, kwamen we daar voor het eerst als deelnemers aan een NIVON-bergwandelkamp. De prachtige omgeving met vele mooie en hoge (tot 3000 meter) bergwandelingen voerden ons ook in 1977 en 1978 (als leiding van NIVON kampen) en in 1985, 1990, 1992 en 1994 met de kinderen naar Evolene. Als mijn verjaardag in zo’n vakantie viel, wandelden we nogal eens de wandeling langs het stuwmeer en dan steil omhoog naar de Cabane de Dix. Dat gaan we opnieuw doen (proberen?).

50 jaar geleden, in 1968 werd Robert Kennedy vermoord. Ik was toen tamelijk politiek en maatschappelijk bewust en kan mij dit en de moord op Martin Luther King goed herinneren.

40 jaar geleden, in juli 1978 studeerden Marianne en ik beiden af. Ik doctoraal economie aan de Universiteit van Amsterdam, Marianne de HBO-opleiding NXX in Steenwijkerwold.

Het is dus ook 40 jaar geleden dat we de stoute schoenen aantrokken en met onze schamele bezittingen in een kist uit onze overigens fijne woning in Steenwijk naar Aruba vertrokken. Lang geleden, maar wat een impact op ons leven, en nog steeds.

Verder 30 jaar geleden de boerderij in de Boonakkersteeg gekocht van (Pepi) Houtenbos (met recht van bewoning, dus we moesten nog wachten). Onze monumentale én gerieflijke woning in een inmiddels groene oase als basiskamp van ons dagelijks leven.

15 jaar geleden met broer Rudo en schoonzus Elma ons heerlijke vakantiehuis in Tsjechië gekocht, hoe dan ook een prima investering in een familiehuis, waar we nog steeds erg van genieten.

Niet geheel toevallig ook 15 jaar geleden schreef ik mijn zelfanalyse “Geboren op de dertiende, toch een geluksjongen” in het kader van mijn outplacementtraject bij Van Ede en partners.

In Tsjechië wordt trouwens in 2018 bijzondere aandacht besteed aan historische mijlpalen met 8 in het jaartal, zoals de oprichting van de staat TsjechoSlowakije honderd jaar geleden, 1938, de inlijving door Hitler en 1968 de Praagse Lente, gevolgd door de inlijving door de Sovjet Unie.

Nu 5 jaar met ABP-keuzepensioen in combinatie met eigen bedrijfje, bestuurslid van sociale onderneming De Oude Keuken en PUM, nooit spijt gehad van deze keus.

Einde aan 2 jaar wethouderschap, overwegend met plezier en enthousiasme gedaan en veel van geleerd, maar nu weer helemaal klaar voor een nieuwe fase met mooie nieuwe klussen.


Vietnam 2015 Cultuurverschillen

09 December 2015

Inderdaad kwam er na mijn reis in oktober 2014, een volgende keer Vietnam. Na veel heen en weer gepraat en gemail werd vast gesteld dat ik van 7 tot 22 november weer naar Vietnam zou gaan voor het vervolg van wat inmiddels een Vocation Education Project heet. Het heeft een jaar gekost om dit voor elkaar te krijgen. Deels heeft dat te maken met beleid aan de Nederlandse PUM kant, deels met ontwikkelingen bij Van Hien Universiteit.

PUM is er in eerste instantie voor ondernemers, niet voor niets zeggen we: “entrepreneurs for entrepreneurs”. Dus als PUM onderwijsinstellingen steunt, moet dat gericht zijn op kwaliteitsverbetering bij ondernemingen. Dat is dan ook de reden dat bij een Vocational Education Project er ten minste twee partners uit het bedrijfsleven actief moeten worden betrokken. En terwijl ik vorig jaar twee geschikte bedrijven heb bezocht, zijn deze in de tussentijd ingewisseld voor twee anderen.

Intussen verandert er bij Van Hien University ook veel. De vrij hooggeplaatste manager Mr Hai, contactpersoon voor de PUM vertegenwoordigster in HCMC, mevrouw Lan, verlaat van Hien. De “dean” van de Faculteit voor Hotel en Toerisme waar het project loopt, gaat met pensioen en wordt opgevolgd door de adjunct. Frank Gerke, vorig jaar mijn eerste aanspreekpunt wordt benoemd tot “dean” van de Faculteit voor vreemde talen en beschaving. En “last but not least” er is een enorme groei van het aantal studenten zodat er druk op de faciliteiten komt en er snel bij gebouwd moet worden. Er zijn nu drie “general managers” met specifieke terreinen. Eén er van is de heer Truong, die verantwoordelijk is voor “Business Operations and External Affairs”. Hij is mijn nieuwe contactpersoon en projectmanager namens Van Hien University.

Er is veel veranderd dus en mede daarom was er minder aandacht voor PUM, het project en mijn aanwezigheid. Hierdoor heb ik door te observeren en te ervaren wel nog meer kunnen opsnuiven van de cultuur en de cultuurverschillen met onze cultuur.

Openheid
Openheid is één van de cultuurverschillen. Zo heb ik niet boven water gekregen waarom die twee ondernemingen zijn afgevallen, waarom Mr Hai weg is en waarom Frank Gerke benoemd is tot “dean” van de Faculteit voor Vreemde Talen en Beschaving. Het wordt wel genoemd als bijzonderheid, de eerste niet-Vietnamees die in een universiteit wordt benoemd tot “dean”.

Terwijl ik graag vertel over mijn persoonlijke situatie, hoe ik woon, hoe mijn familie er uit ziet en dergelijke, kom ik dat van mijn Vietnamese collega’s nauwelijks te weten. Hoewel ik sommige mensen nu voor de tweede keer meemaak ben ik nog nooit door iemand thuis ontvangen.

Hiërarchie en bureaucratie.
In alle opzichten is men hier erg gevoelig voor de hiërchie. Opstaan voor de baas, buigen, stropdas om, opdrachten opvolgen, de juiste titels noemen in alle documenten. Documenten spelen een heel belangrijke rol. Bijna alles wordt vastgelegd, dat moet dan op het juiste niveau worden goed gekeurd en getekend, daarna gestempeld etc.

Geld
Men is gewend met grote bedragen te werken, één euro is ongeveer 25.000 Dong. Je ziet tegenwoordig in winkels dan ook nogal eens 25K, i.p.v. 25 000. Men is niet zo dol op kleine biljetten van 1000 of 2000 Dong. Taxichauffeurs ronden regelmatig naar beneden af. Ze zijn trouwens in mijn ervaring altijd eerlijk, de meter loopt en ze zoeken hooguit soms een snellere route door de wijk i.p.v. de grotere weg, die vaak verstopt zit. Fooien worden zelden geaccepteerd. Men vindt dat gewoon niet nodig. Onder protest kan ik af en toe iets extra’s geven, omdat ik echt vind dat ze dat verdienen.

Maar omgaan met geld is in organisaties iets aparts, dat mogen alleen hoge bazen. En contact geld uitbetalen aan buitenlanders imoet worden goedgekeurd, zelfs door de politie als ik het goed begrepen heb. Dit i.v.m. mogelijk witwassen van geld. Het gezien de valuta praat je gauw over miljoenen Dong.

Namen in Vietnam.
De naam kent drie delen: “Family name, middle name, given name”. De familie naam is meestal een veel voorkomende (158 namen voor ca 90% van de bevolking)en wordt via de vader door gegeven. Om een generatie weer te geven, delen broers en zusters dezelfde “middle name”. Gebruikelijk is om een persoon aan te spreken met zijn “given name”, zijn voornaam dus. Dat gebeurt zelfs in formele situaties. Soms als beleefdheid “Mister, Misses, Doctor, General” daaraan voorafgaand.

Ik werd dus veelal aangesproken als “Mister Hugo”.

Natuurlijk zijn er vele uitzonderingen, om het makkelijk te maken.

Huwelijk en feesten
Huwelijksfeesten zijn vaak groots en meeslepend. Het is een bloeiende sector. Het lijkt wel te helpen, het aantal scheidingen is veel lager dan bij ons. Wat ik niet echt had verwacht drinken Vietnamezen graag bier als er iets te vieren valt. Bier (Heineken is ook hier groot, maar er is ook lokaal bier zoals Bia Saigon, mooie verbasterde term, en Tiger) uit flesjes of blikjes wordt ongekoeld geserveerd, maar in een bierpul die regelmatig wordt voorzien van grote ijsklonten. Daarmee is het lekker koud en drink je uiteindelijk niet zo veel bier.
Men brengt een proost uit, niet één of enkele keren, maar om de haverklap en roept dan “Jo”. De meer populaire en of belangrijke mensen (mannen) lopen dan langs de verschillende tafels om daar te proosten.

Bij een echt feest hoort karaoke, heel populair hier. Jan en alleman gaat het poduim op, pakt de microfoon en zingt. Van hoog tot laag en tot grote vreugde van iedereen.

Planning
Mijn ervaring met het plannen van afspraken duidt op een niet al te strakke planning ofwel een hoge mate van flexibiliteit. Op ons komt dat over als “ze kunnen niet plannen”. Als mij wordt gevraagd ergens om kwart over drie te zijn, dan ben ik er voorzichtigheidshalve om drie uur of eerder. Ik werd in dit geval rond een uur of vier opgehaald. Ik ben in een bijzonder land (ik heb de Vietnam oorlog nog zeer bewust meegemaakt), ik heb genoeg te zien om me heen, heb toen zelfs wat met studenten zitten praten, maar in Nederland zou dit niet acceptabel zijn.

Ik zou binnen de eerste week mijn dagvergoeding uitbetaald krijgen (net als vorig jaar, ca € 25 per dag). Dat lukte allemaal niet en als je dan op de laatste werkdag een bedrag van 7,5 miljoen Dong uitbetaald krijgt is dat toch wel apart.

Tegenstellingen (winkeltjes en malls) en klassen
Vietnam is nog wel een land van tegenstellingen. Tegenover de vele kleine winkeltjes, werkplaatsjes, restaurantjes, straatverkopers e.d. staan grote, zeer modern en luxe “shopping malls”. In de straten vraag je je voortdurend af waar de mensen van leven, hoe vaak ze wat verkopen voor een appel en een ei. In deze winkelcentra liggen de prijzen op Europees niveau, maar het is er erg druk en in het weekeinde krioelt het van de mensen. Men verklaarde mij later dat in deze winkelcentra de midden en hogere klassen van de stad komen. Aangezien de stad zo’n 12 miljoen inwoners heeft, zijn dat er best veel. De lagere klassen werken en leven op straat en zullen zich alleen vergapen aan de winkelcentra.

Aan de overkant van “mijn” gebouw van de Van Hien Universiteit dronk ik ’s morgens regelmatig koffie bij een klein cafeetje, gerund door een vriendelijke dame. Ik betaalde er 17.000 Dong, ca € 0,70, bij Starbucks in het Pandora winkelcentrum, bij mijn hotel vlak om de hoek, betaalde ik voor een kleine latte 65.000 Dong, ca. €2,60, heel veel geld in Vietnam.

De lunch die ik een paar keer nam bij Co Nam Bo, schuin aan de overkant, kostte 20.000 Dong, ca € 0,80 en bestond uit een kommetje soep, rijst met groente en wat vlees, een lekker sausje en water. Bij de Pizzahut in de “foodcourt” in Pandora, betaalde ik voor een kleine pizza 70.000 Dong, relatief veel geld.

Ook qua wonen nog hele grote tegenstellingen. Zeer eenvoudige huisjes tegenover mooie grote appartementencomplexen met ruime woiningen in parkachtige omgeving.

Onderwijs
Toch nog iets over het eigenlijke onderwerp: onderwijs. Ik mocht een les bijwonen bij Coung en dat waardeerde ik zeer. Een vrij speciefiek van “customer relations”, dus een groep van beperkte omvang, ca 50 tot 60 studenten. Redelijk 50/50 wat jongens en meisjes betreft. Jongens in overhemd en stropdas, meisjes in mooie traditionele broeken met tuniek. Deze kleding hoort bij de Faculteit Hotel en Toerisme. De docent presenteert sheets via de beamer op de muur, vertelt er wat omheen, de studenten schrijven het keurig over in hun schrift. Een ouderwetse maniet van onderwijs in onze ogen. De vragen die daarna aarzelend aan mij werden gesteld waren vragen die pasten bij het onderwerp en ideeën die ik daarbij had. Het onderwijs wordt verzorgd door een klein team docenten, die zo’n 20 uur voor de klas staan. Maar dan wel klassen die variëren van 50 tot 200 a 300. De huisvestingsmogelijkheden veroorzaken dat er ook in het weekeinde lessen worden gegeven.

Al met al, weer uitermate boeiend en interessant. Ik hoop van harte dat ik er nog een aantal jaren bij betrokken blijf.


Social enterprises voor het voetlicht

26 Oktober 2015

De hele afgelopen maand stond voor mij, en voor menig ander, in het teken van sociale ondernemingen. Op 17 september vond het jaarlijkse congres, “social enterprises als businesspartner van de gemeente” plaats. In de Tolhuystuin in Amsterdam nam weer een groter aantal, enthousiaste mensen deel aan het congres. Ze hoorden een paar “key notes”, Willemijn Verloop over de jaarlijkse monitor en Mariëtte Hamer van de Sociaal Economische Raad over het rapport dat de SER over sociale ondernemingen heeft aangeboden aan het kabinet. Daarin staat onder meer dat:

  • er geen hek om sociale ondernemingen moet staan, maar integreren in de het bedrijfsleven;
  • gemeenten zouden één aanspreekpunt moeten hebben voor sociale ondernemingen;
  • gemeenten zouden moeten helpen bij de huisvesting van sociale ondernemingen;
  • sociale ondernemingen zouden moeten laten zien wat de impact is van hun activiteiten;
  • sociale ondernemingen moeten zich vooraf goed informeren m.b.t. de gemeente en meedenken met de gemeente ambtenaren.
  • sociale ondernemingen spelen een belangrijke rol in de participatie van “arbeidsgehandicapten, een cruciale uitdaging op dit moment.


In de middag goede deelsessies over uiteenlopende onderwerpen (waarvan ik er zelf één erg aardig vond omdat er een mooi theoretisch model werd gepresenteerd over de ontwikkelingen in de maatschappij).

De keynote in de middag van wethouder EZ van Amsterdam Kajsa Ollengren, illustreerde het belang dat Amsterdam toedicht aan sociale ondernemingen en hoe de gemeente dat ondersteunt door met een actieplan te komen met 17 concrete acties (www.socialenterprise.nl).

Zelf ben ik inmiddels twee jaar betrokken bij De Oude Keuken in Bakkum. De organisatie is een “social enterprise”, want het

  1. heeft primair een maatschappelijke missie: “impact first”.
  2. realiseert dat doel als zelfstandige onderneming die een dienst of product levert
  3. is financieel zelfvoorzienend, gebaseerd op handel of andere vormen van waarde uitruil en dus beperkt of niet afhankelijk van giften of subsidies
  4. is sociaal in de wijze waarop de onderneming wordt bestruurd:
    • volledig transparant;
    • winst mag, maar de financiële doelen staan ten dienste van de maatschappelijke missie; winstneming door aandeelhouders is redelijk;
    • bestuur en beleid zijn gebaseerd op een evenwichtige zeggenschap van alle betrokkenen;
    • fair voor iedereen en bewust van haar ecologische voetafdruk.
(bron “Iedereen werk, iedereen winst”, van Mark Hillen)

De rechtsvorm van De Oude Keuken is zoals bij een deel van alle social enterprises die van stichting. Onze stichting zit, zoals gebruikelijk bij social enterprises volop in de spanning tussen zakelijk/commercieel en sociaal-maatschappelijk (www.deoudekeuken.net).

Onze directeur van De Oude Keuken, Brigitte van Campen, heeft het afgelopen jaar de leergang Sociaal Ondernemen bij het Amsterdam Centre of Entrepreneurship (www.ace.nl) gedaan. Een intensieve leergang van ca 10 maanden, waarin via workshops, seminars, presentaties e.d. veel kennis en inspiratie wordt opgedaan. Als afsluiting hielden de twaalf kandidaten op 2 oktober een “final pitch” in de prachtige locatie van de Industriële Grote Club op de Dam in Amsterdam. Goed om te ervaren hoe deze ondernemers, ieder op eigen wijze, hun onderneming presenteerden. Bevolgenheid en enthousiasme overheersten, de jury wilde nog wel eens dieper ingaan op de zakelijke en commerciële aspecten.

Er zijn er meer in de regio, vrij veel zelfs. Allemaal goede initiatieven, enthousiast gerund door betrokkenen. Er is echter nog een grote mate van onbekendheid en er is betrekkelijk weinig contact, laat staan samenwerking, tussen de social enterprises.

Ik ben daarom blij dat op mijn intiatief, gesteund door wethouder Jan Mesu van Bergen en voortvarend opgepakt door Annemieke Verburg van de Regio Alkmaar, de regiodag voor raadsleden op 30 september j.l. niet alleen aan het thema social enterprises aandacht is besteed, maar dat er bezoeken aan social enterprises in het programma waren opgenomen. Het centrale deel vond plaats in De Oude Keuken in Castricum. Een flink aantal raadsleden wethouders en burgemeesters participeerde in het programma waarin ’s avonds ook aan een tiental tafels over deelonderwerpen is doorgepraat. De regiodag vervult een belangrijke rol in de invulling van de agenda van de regio voor 2016 waarin “werk” het thema wordt en de aanwezige raads- en collegeleden hebben hun kans gepakt om mee te sturen aan de invulling van het Regiobeeld 2025. (www.regioalkmaar.nl)

Maandag 5 oktober was ik bij het jaarlijkse Ondernemerscongres van Bergen, “Vinden en Binden”. Afgezien van een enthousiasmerende sessie, dit jaar met Rolf Adema van Groene Tomaat, vindt dan de verkiezing plaats van de onderneming van het jaar. Mijn vreugde was groot toen bestuursvoorzitter van de Rabobank Noord Kennemerland, Ugur Pekdemir, bekend maakte dat de Noorderhoeve had gewonnen. Ook de Noorderhoeve is een social enterprise, waar mensen met een arbeidsbeperking rust, ruimte, zorg, werk, scholing, begeleiding en sommigen ook een woonomgeving krijgen in de agrarische (veeteelt en land- en tuinbouw) en toeristische activiteiten van het bedrijf. Eén van de criteria is de aantrekkende werking en uitstraling van de gemeente Bergen. Dat doet de Noorderhoeve onder leiding van Hannelore Speelman zeker (www.noorderhoeve.nl).

Tenslotte ging ik dinsdag de 6e oktober naar de ontbijtsessie van het Werkgeverscafé in Alkmaar. Het programma bestond uit een toelichting op de nieuwe wet Werk en Zekerheid door Saskia Brandenburg van het UWV, een goede inspirerende sessie van Bas Kodden over “bevlogen medewerkers”, én de start van het project “Smaakmakers”.

Smaakmakers hebben mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst genomen. Zij geven smaak aan deze bedrijven. Een prima aansluiting bij het onderwerp bevlogen medewerkers (www.onzesmaakmakers.nl).

Hugo Snabilie, oktober 2015.


Zdar Buh (“glück auf”)in de mijn Bohumir bij Jivka.

25 Augustus 2015

Dit jaar iets nieuws in onze regio. Dul Bohumir is in de loop van 2015 geopend. Dit mijnmuseum is tot stand gekomen in samenwerking met twee andere voormalige mijnen in Zacler en Kowary in Polen.

Het bevindt zich op het terrein van Gemec Union, tussen Jivka Horni Vernerovice en Jivka II. Vlakbij ons huis dus, vijf minuten met de auto of ca 20 minuten wandelen.

In een klein deel van het gangenstelsel wordt verteld en getoond (ook met menselijke figuren die aan het werk zijn) hoe in deze mijn gewerkt werd. Hoe de gangen werden gebouwd, wat de mijnwerkers allemaal voor werk deden enz.

Aan het einde van de rondleiding gaan de bezoekers de meters die tijdens de rondgang is afgedaald (16)in een smalle gang door middel van verticale trappen, weer omhoog. Spectaculair.

Op zich is dit al de moeite waard, maar voor ons des te meer, omdat één mijngang dwars door de berg naar Dolni Vernerovice ging en gaat. Schuin achter ons huis is nog de toegang tot de gang (“Jan”) zichtbaar, definitief dichtgemetseld in juni 1965.

Ons huis werd, in én na de Tweede Wereldoorlog, bewoond door Duitsers. Ze mochten blijven, omdat hij in de mijn van Radvanice werkte. Dezelfde mijn waarin ook onze huidige buurman Hurdalek werkte. Hij kan er nog steeds met trots over praten, net als de gids bij het mijnmuseum, ook een oud-mijnwerker.

Die werksfeer van mijnwerkers moet toch bijzonder zijn (geweest). Kort geleden las ik het boek “Privni Parta” van Karel Capek, in het Nederlands vertaald door Hans Krijt en Miep Diekmann en uitgegeven door Leopold/Den Haag. Hoewel Karel Capek uit de directe omgeving kwam ( geboren in 1990 in Male Svatonovice , waar nu het standbeeld van hem en zijn broer Josef en een museum over de gebroeders Capek staat) speelt het verhaal van deze jonge mijnwerker Standa Pulpan in een ander Tsjechisch mijngebied. Niettemin gaat het verhaal onder in zo’n gang wel nog meer leven.


SENSE Palermo

29 Juni 2015

Meer dan een half jaar geleden ontving ik, via een kennis, informatie over een mogelijke training in Palermo. Het was een projectplan voor Erasmus + Key Action I (Mobility) voor de sector Jongeren (zie www.erasmusplus.nl).

Het plan van de organisatie CESIE (www.cesie.org) was een traing te organiseren op het gebied van “social enterprises” en “social media” voor vertegenwoordigers uit Europese landen en uit het Middellandse Zee gebied.

Door mijn werk als bestuurslid bij “De Oude Keuken” (www.deoudekeuken.net), een echte “social enterprise” en mijn betrokkenheid bij Jongeren Organisatie Egmond Binnen (JOEB), besloot ik mij aan te melden. Gelukkig kunnen ook kleine zelfstandigen (“SME”, incl ZZP’ers), zoals ik gewoon deelnemen aan EU-programma’s.

Begin 2015 kregen we bericht van CESIE dat het Italiaanse agentschap de aanvraag had goed gekeurd. Zodoende vloog ik op 6 juni j.l. van Amsterdam via Milaan naar Palermo, een tamelijk onbekend avontuur tegemoet.

Bekend was ik wel met het feit dat de groep uit 30 personen bestond uit 21 landen, dat ongeveer de helft uit Europese landen kwam en de andere helft uit Marokko, Tunesië, Jordanië, Libanon, Israël en Palestina en dat ik de enige vertegenwoordiger uit Nederland was.

Niet bekend was ik met het gegeven dat ik verreweg de oudste deelnemer was. De meesten waren jonger dan mijn kinderen. Het was in het begin een beetje vreemd, maar al snel speelde het geen enkele rol meer.

De groep was min of meer opgesloten in een voormalig klooster op een heuvel, even buiten Palermo. Een mooie plek met prachtig uitzicht en een fijne rustige omgeving om als groep te werken.

Het was een goed ontworpen training met een goede variëteit aan werkvormen en een gestructureerde opbouw van meer theoretische benaderingen naar echte praktijkvoorbeelden en (project)ideeën. Voor de plenaire sessies ’s morgens en na de lunch even een “energizer” om in de juiste stemming te komen. De plenaire sessies werden snel gevolgd door groepsopdrachten. Hier werd hard aan gewerkt, al discussiërend vanuit zeer verschillende referentiekaders. Vervolgens werden de uitgewerkte opdrachten door de groepen plenair gepresenteerd. Iedere dag werd afgesloten met een aardige evaluatiemethode.

De twee interculturele avonden, waarbij ieder land zich presenteerde met wat informatie én typisch eten en drinken, en het “farewell diner”, zal ik niet gauw vergeten. Ik heb veel geleerd over “social enterprises”, zeker ook over “social media”, over een goede gevarieerde training én over het organiseren van een dergelijk project, dat veel weg heeft van de “oude” Study Visits. Ik wil zelf ook graag van deze projecten organiseren in mijn regio.

Ik heb ook veel geleerd van mijn mededeelnemers en van hun zeer diverse achtergronden. Ik ben behoorlijk gewend aan het werken met collega’s uit verschillende landen, maar dat bleef toch vaak beperkt tot EU-landen. De deelnemers uit het Middellandse Zeegebied gaven een extra dimensie aan de diversiteit.

We hebben ook veel plezier gemaakt. Op de “tussendag”, de woensdag zijn we naar Palermo geweest. We bezochten de organisatie die nu al jaren, met succes, vecht tegen de maffia (www.addiopizzo.org) en bezochten CESIE zelf, een bruisende organisatie met vele internationale connecties en projecten.

’s Middags maakten we met een groepje een wandeling door de leuke binnenstad van Palermo.

Ik ben blij deze training te hebben meegemaakt, ben erg trots op mijn Youth Pass (op mijn 61e), blij met vele nieuwe vrienden en met een aantal mogelijke projecten.


Griekenland er uit, Tsjechië er in

12 April 2015

In de hele discussie en gedoe rond Griekenland bedacht ik mij op enig moment hoe de Griekseeconomie zich eigenlijk verhoudt tot de Tsjechische economie, die zich in één van de komende jaren zal aansluiten bij de Eurozone.

Ik kan op voorhand al zeggen dat de Tsjechische economie er klaar voor is. Tsjechië kan aan de criteria voldoen. Anderzijds is de positie van de Europese economie ten goede veranderd. Natuurlijk heeft de crisis in Oekraïne een negatief effect, maar de economie lijkt zich toch, langzaam maar vrij zeker, te herstellen van de bank- en reële crisis. Dat maakt het voor Tsjechië nu ook weer aantrekkelijker om erbij te willen horen. De CFO van CEZ as, Martin Novak zei op 24 maart dat de overstap naar de euro Tsjechische ondernemingen zal helpen. Ook het denken over de EU verschuift in Tsjechië richting positief.

De landen zijn qua bevolkingsomvang nagenoeg gelijk, 10,5 in Tsjechië om 10,8 in Griekenland (resp. 11e en 10e land in Europa). Qua oppervlakte is Tsjechië ruim twee keer zo groot als Nederland,Griekenland drie keer.

Het Bruto Nationaal Inkomen per hoofd van de bevolking is in Tsjechië weliswaar nog flink lager ( ca. 40% lager), hij stijgt en dat is in Griekenland niet het geval. (Ter vergelijking, in Nederland is het BNP per capita ruim anderhalf keer zo hoog dan in Griekenland.)

Het Bruto Binnenlands Product ligt vrij dicht bij elkaar. De afgelopen jaren is deze in Tsjechië fors gestegen , in Griekenland in dezelfde periode nagenoeg gelijk gebleven. Gemeten naar de koopkrachtwaarde is Tsjechië Griekenland voorbij gegaan.

De staatsschuld is in Nederland 66% van het BBP, gemiddeld in Europa 92%, in Griekenland 130% en in Tsjechië 40%. De werkloosheid is in Griekenland 27%, in Nederland én Tsjechië rond 7%.

Voor Europa is een belangrijke graadmeter het percentage van de bevolking dat risico heeft om in armoede en/of sociaal niet mee te doen (people at risk of poverty or social exclusion). Voor Tsjechië is dit percentage 14,6 en dalend) in 2013, het laagste cijfer van de EU. In Nederland is het met 15,9 iets hoger (en licht gestegen), in Griekenland stijgend naar 35,7%.

Tenslotte de “world competitiveness scoreboard”; Nederland blijft van 2013 naar 2014 op de plaats, Tsjechië verbetert licht van 35 naar 33, Griekenland verslechterd van 54 naar 57. 14eDe meest problematische factoren in het zaken doen in Tsjechië zijn de inefficiëntie van de overheidsbureaucratie en de corruptie. Daar valt nog veel op te verbeteren.

Los van de vraag of Griekenland uit de Eurozone moet (ik zou dat persoonlijk liever niet zien), heeft de Tsjechische economie dus mooie rapportcijfers en een aanwinst voor de Eurozone. Aan de andere kant, we hebben wel wat met de Tsjechische Koruna én met de nog altijd lage prijzen voor uit eten gaan e.d.


De rijke Tsjechische cultuur

28 Februari 2015

Veel mensen zullen er niet zo direct bij stil staan. Bij de rijke cultuur van Tsjechië. Soms weet of realiseert men zich niet dat grote namen als Franz Kafka en Alfons Mucha Tsjechen waren. Of dat beroemde creaties als Soldaat Schweik, Molletje en Buurman&Buurman Tsjechisch zijn. En dat Molletje en Buurman&Buurman tekenend zijn voor de kracht van tekenfilms en animaties in Tsjechië. Vaclav Havel staat model voor de cultuurvernieuwer, toneelschrijver, staatsman én politicus.

Zelf heb ik genoten kort geleden van de bundel “Verpletterende schoonheid” van Bohumil Hrabal, met daarin opgenomen: Zwaarbewaakte treinen, Ik heb de koning van Engeland bediend (mooi verfilmd)en Al te luide eenzaamheid.

Ook in de regio waar wij vaak zijn, Noord-Oost Bohemen, hoeven we niet ver te gaan voor beroemde schrijvers en kunstenaars.

In het dal van de Upa, waar we regelmatig wandelen, speelt zich het leven af van Babicka(grootmoeder), zoals dat is beschreven door Bozena Nemcova (04-02-1820 – 21-01-1862). Het boek is een begrip in Tsjechië, hoort bij de opvoeding, omdat het gebruiken en tradities van het Tsjechië van de 19e eeuw beschrijft. Het is nu, door de volhardende inzet van Kees en Paulien Plaisier van de stichting Babicka, ook in Nederlandse vertaling beschikbaar. Ik ga met nog meer plezier en belangstelling dit jaar weer wandelen in het prachtige Babicka dal (Babiccino udoli).

Aan de overkant van “onze” bergrug (de Jestribi Hory), ligt Male Svatonovice, een bedevaartplaatsje, waar ook Babicka en haar familie af en toe heen ging. Dit schattige plaatsje is ook de geboorteplaats van de broers Karel en Josef Capek (Ooievaar). Josef Capek was beeldhouwer, Karel (09-01-1890 – 25-12-1938) schrijver. Hij wordt gezien als één van de belangrijkste Tsjechische schrijvers, schreef beroemde boeken als “Oorlog met de salamanders” en het toneelstuk R.U.R. (Rossum’s Universal Robots), waarin hij het woord “robot” introduceerde. We wandelen graag in de omgeving van Male Svatonovice, parkeren de auto bij het kerkje met heilige bron (waar mensen nog altijd met jerrycans komen om met water te vullen) en het standbeeld van de beide broers en eten dan na de wandeling bij restaurant Salamander, vernoemd naar dat boek van Karel Capek. Kort geleden las ik het boek De eerste ploeg van Karel Capek over het leven van mijnwerkers. Mooi boek en interessant omdat ik nu iets beter mijn buurman in Jivka begrijp, die mijnwerker was in Radvanice en de (Duitse) bewoner van ons huis die , omdat hij ook in de mijn van Radvanice werkte, niet werd verdreven.

Eén van de levendige stadjes in de regio is Hronov. Ook een mooie plek om wandelingen te beginnen en/of te eindigen. Hronov is de geboorteplaats van Aloïs Jirasek (23-08-1851 – 23-04-1930), naamgever van vele straten, berghutten, restaurants, het theater etc. Zijn geboortehuis staat er nog en is nu een klein museum. Jirasek schreef historische romans. Jaarlijks, helaas meestal nadat onze vakantie er op zit, vindt een jeugdtheaterfestival plaats in Hronov, waar jongeren uit alle windstreken een week lang met theater en toneel bezig zijn. Ook hieraan is de naam Jirasek verbonden.

Ook de schrijver Egon Hostovsky is geboren in Hronov (23-04-1908 – 07-05-1973). Hij werkte voor het Ministerie van Buitenlandse zaken in Brussel en Parijs, vluchtte daarna verder naar de VS. Zijn vader, zusters en hun families kwamen allemaal om in de concentratiekampen.

Deze schrijvers staan ook symbool voor het verzet tegen het opkomende nazisme, fascisme en communisme. Karel Capek stierf in december 1938 als gebroken man na het Akkoord van München in september van dat jaar, waarin Tsjecho-Slowakije in de steek gelaten werd door de West-Europese landen.

Vaclav Havel maakte de omwenteling mee, belichaamde deze misschien wel. Hij woonde de laatste jaren in het gehuchtje Hradecek bij Trutnov.

Genoeg cultuur dus naast de schitterende omgeving qua natuur en ik geniet er nog meer van als ik wat meer weet van geschiedenis en cultuur van de omgeving waar wij wandelen.

N.B. Het lijkt mij heel leuk om een “thema wandelweek” te organiseren rond deze bekende schrijvers in onze regio. Ik hoor graag wie daar belangstelling voor heeft.


2014

22 Januari 2015

Ik kijk zakelijk gezien met gemengde gevoelens terug op 2014. Hoewel mijn vrijwillige bestuurswerk voor De Oude Keuken en mijn werk voor de gemeenteraad omvangrijk was en ik er veel energie in kwijt kon, had ik toch van mijn werk als ZZP’er meer verwacht. De paar contacten uit 2013 leverden eigenlijk niets meer op en ik heb leuke gesprekken gevoerd en initiatieven gezien, opdrachten leverden die niet op.

Het jaar 2014 is wel het KIES Lokaal jaar geworden. De spannende periode vóór de verkiezingen, de ongelofelijke avond van de verkiezingsuitslagen en de periode daarna waarin we het als nieuwe partij moesten waarmaken, heeft veel tijd gekost, maar heeft mij ook veel opgeleverd. Heel spijtig dat 2014 werd afgesloten met het overlijden van onze fractiegenote en stuwende kracht Else Trap. Wij zullen het werk voortzetten en ikzelf zal daarbij haar principes wat betreft integriteit en positivisme hooghouden.

Sportief gezien was 2014 een goed jaar. Harde resultaten bij de Kwart Marathon van Egmond en de 8km van Amsterdam waren redelijk tot matig, maar ik heb door het jaar heen lekker hardgelopen en gevoetbald en ben blessurevrij gebleven.

Wandelen hebben we aardig wat gedaan. Natuurlijk tijdens de wandelvakantie met onze vrienden in mei en tussen Kerst en Oud en Nieuw, drie dagen Pieterpad. Maar ook met onze dochters en kleindochters maken we in de zomervakantie al flinke wandelingen. Ook heb ik in mijn eentje gewandeld in Trutnov, af en toe van huis naar kantoor en in december nog met broer Rudo, vanuit ons huis in Jivka.

Hoewel niet als ZZP’er, heb ik toch veel buitenlandse reizen gemaakt, contacten opgebouwd en onderhouden. Een geslaagde “study-visit” naar Podebrady in Tsjechië, PUM-missie naar Vietnam, twee keer voor scholen naar Trutnov en de EFVET-conferentie in Porto.

De in veel opzichten rustige zomerperiode heb ik kunnen benutten door het huis aan de buitenkant te schilderen. Het was goed weer en ik vind schilderen prima werk.
Ik heb een bescheiden begin gemaakt met het lezen van Tsjechische literatuur. Eerst “leven met de ster” en “Mendelsohn op het dak”, twee prachtige romans spelend in de Tweede Wereldoorlog in Praag van Jiri Weil. Verder “Een doodgewoon leven” van Carel Capek, nota bene uit Malé Svatonovice, vlakbij ons huis in Tsjechië. Nu lees ik een bundel van drie romans van Bohumil Hrabal.
Opvallend is de overeenkomst tussen de Tsjechische schrijvers die ik tot nu toe las, waarbij humor, vaak in ironische context centraal staat. Van een Franse schrijver las ik het interessante levensverhaal van de beroemde Tsjechische hardloper Emil Zatopek. Mijn band met Tsjechië is, door de vijf keer die ik er afgelopen jaar ben geweest, de contacten met de scholen en het lezen van Tsjechische schrijvers, sterker geworden. Langzamerhand merk ik ook iets van de 15 lessen (van de 20), die ik nu van mijn LOI-cursus heb afgewerkt.

Ik had vooraf 2014 het thema “Consolidatie” mee gegeven. Het jaar 2014 is geen jaar van consolidatie (in werk) geworden. Meer het jaar van nieuwe omgevingen zoals De Oude Keuken en “social enterprises” in het algemeen en de gemeentelijke politiek. Wordt 2015 weer zo’n jaar met verrassingen?


EfVET Conference

13 November 2014

EfVET Conference oktober 2014 Porto, Portugal. (www.efvet.org)

EfVET, European forum of Technical and Vocational Education and Training, is een vereniging die gedomineerd wordt door Scandinavische en Nederlandse  leden. Vandaar dat de jaarlijkse conferentie in oktober dit jaar plaats vond in Porto. Enkele uitzonderingen daar gelaten hebben de meeste van de inmiddels 23 conferenties in Zuid- Europa plaats gevonden.

De meeste deelnemers, veelal ook  leden van EfVET komen uit de Scandinavische landen, met name Denemarken en Finland, verder uit Nederland, Italië, Portugal, Spanje, Griekenland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Helaas nog steeds weinig uit Centraal en Oost Europa.

 Het is nog altijd een mix van coördinatoren internationalisering/projectleiders van scholen voor beroepsonderwijs (ca. 75%), managers, directeuren en leden van Colleges van Bestuur (ca. 20%) en een beperkt aantal intermediairs, consultants, waarvan ik er de afgelopen twee jaar, ook één ben.

Bovendien was deze conferentie een gezonde mix van Efvet-conferentie veteranen, waartoe ik mezelf na negen keer in tien jaar, ook toe kan rekenen met nieuwkomers, ook veel jonge enthousiaste mensen.

De conferentie heeft twee hoofddoelen, het met elkaar bespreken van relevante EU ontwikkelingen, beleidskaders e.d. en in allerlei vormen praten over lopende projecten, nieuwe projecten, ideeën.

De conferentie biedt daar volop gelegenheid toe en met name de “round tables” zijn daar zeer geschikt voor.(Mijn ”round table” is op de website van efvet terug te vinden als nummer 14.) Zelf heb ik in twee rondes mijn idee m.b.t. een mogelijk project rond de opleiding, training en kwalificering van jongeren met een geestelijke beperking besproken.  Het waren goede gesprekken en hebben me ook een paar enthousiaste potentiële projectpartners opgeleverd.

Met de informatie over Erasmus+ en de eerste ervaringen daarmee bij Call 2014, heb ik goede input om te werken aan een paar projecten voor Call 2015, waarvan de deadline in maart 2015 is. Met name de presentatie van Joao Santos van de EU met als titel “EU VET policy- Assessing progress and adressing challenges” is de moeite van het bekijken zeker waard, zie ook de website van efvet.

Naast mijn projectidee in het kader van “social inclusion” van jongeren met een handicap, werk ik aan een project om docenten uit Tsjechië naar Nederland te laten komen voor een goede introductie van het Nederlandse beroepsonderwijs. Leuke en interessante projecten om aan te werken de komende maanden.


Veertien dagen Vietnam

17 Oktober 2014

Veertien dagen is natuurlijk niet zo lang, net aan een gewone vakantie. Maar door, zoals ik, ook echt in Ho Chi Minh City te wonen, heb ik toch wel een aardige indruk gekregen.

De opdracht van deze voor mij tweede PUM(www.pum.nl)-missie, was onderwijskundig inhoudelijker dan die van vorig jaar in Niger. De opdracht luidde kort gezegd: analyseer de huidige curricula van de Faculteit Hotel& Toerisme van de Van Hien Universiteit , geef er feedback op, presenteer een alternatief en doe aanbevelingen. De Van Hien (betekent zoiets als op weg naar beschaving) universiteit is een onderdeel van de Hung Hoa holding, privaat dus.

Het werd al snel duidelijk dat de faculteit wil opleiden voor banen in de hotel en toerisme branche maar dat nu doet met een erg theoretische vorm van onderwijs.

Vanuit de analyse, overgenomen van een Vietnamese professor, dat de productiviteit van werknemers, die in Vietnam erg laag is en bovendien afneemt, omhoog moet en dat dat kan met goed onderwijs, heb ik gewezen op betere contacten met het afnemend beroepenveld en veel meer praktische training. Als alternatief heb ik de Haagse Hotelschool gepresenteerd, dat is echt 180 graden anders en via hun website volstrekt transparant.

Van de Vietnamese cultuur kan ik nog niet veel zeggen. De mensen zijn aardig, niet te onderdanig en lijken tevreden. De omgang met mij was prettig met enige afstand. In de buurt waar ik verbleef was ik wel een bezienswaardigheid. Het is een echt tropisch land, het leven speelt zich buiten af. In de stad dus op straat. Met eet, drinkt, praat op straat. De regen die passend bij een neerslag die twee keer zo veel is als bij ons en in deze tijd iedere dag valt, doet daar niets aan af.  Gebruikelijk is om tussen de middag op of achter je bureau een dutje te doen. Dat heeft te maken met een druk leven, ’s morgens vroeg op en soms twee banen. Of dat nu in alle gevallen ook nog zo is, waag ik te betwijfelen, maar evengoed een “powernap” kan geen kwaad.

In Ho Chi Minh stad met Saigon als toeristisch centrum, wonen 9, 10,11,12 miljoen mensen, wie weet het echt? De meeste van deze mensen rijden op een brommer, scooter of motor. Miljoenen dus. Hoe dat straks moet als ze bij een toenemende welvaart met auto’s gaan rijden, weet niemand. Maar nu is de stad volledig verstopt met deze dingen. Iedere winkel en ieder restaurant wordt nagenoeg geheel gebarricadeerd door scooters. De wegen zitten er de hele dag helemaal vol mee. Men rijdt ermee over het trottoir, door rood licht, tegen de stroom in, echt ongelooflijk. Oversteken is dan ook een bijzondere klus. Maar het went. Waar wij geneigd zijn te wachten tot we kunnen, moet je hier gewoon gaan (anders sta je er de volgende dag nog). Met een beetje geluk rijdt men om je heen (wel doorlopen) en bereik je de overkant.

Ik verbleef boven in een lesgebouw aan de Dien Bien Phu straat. Dien Bien Phu staat voor de plek waar de Fransen definitief werden verslagen in de Onafhankelijkheidsstrijd. Ik ben in de Filmschool Saigon geïnterviewd t.b.v. een opname voor een lokaal t.v. station. Op zich al interessant om mee te maken. Ik moest ook “goodmorning audience” zeggen en toen ik dat (aan het einde van de middag) pas na twee keer goed deed, moest ik erg denken aan “Goodmorning Vietnam” met Robin Williams.

Tijdens mijn verblijf in Vietnam heb ik ook twee boeken gekocht en gelezen. “The sorrow of war” van   de Vietnamees Bao Ninh en “Sputnik sweetheart”  van Haruki Murakami. Niet helemaal toevallig twee Aziatische schrijvers, maar verder vrij willekeurig uitgekozen. Toch zijn er grote overeenkomsten tussen beide boeken. Beide gaan over grote liefdes, die niet tot bloei komen én over mensen die eenzaam zijn en op zoek zijn naar zichzelf en de betekenis van het leven.

Het boek van Bao Ninh (uit 1990) speelt grotendeels in de “Amerikaanse oorlog” , een oorlog die een enorme schade heeft aangebracht in het maatschappelijke en individuele leven in Vietnam en de V.S. En waarvoor eigenlijk? Dat vraag je je wel af als je in het huidige Vietnam rondloopt.

Al met al een mooie ervaring en wellicht dat de samenwerking met PUM nog een vervolg krijgt.


Zes dagen Tsjechië

29 September 2014

Vorige week ben ik zes dagen naar Tsjechië geweest. Met vliegtuig en huurauto hou je meer tijd over en qua kosten is het best te overzien. Ik had een zeer gevarieerd programma met de presentatie van de Nederlandse vertaling van “Babicka” van Bozena Nemkova in Ceska Skalice, de Prinsjesdag viering van de Tsjechisch Nederlandse Kamer van Koophandel in Praag, vier bezoeken aan scholen in de buurt, drie wandelingen en op de heenweg genoten van het boek “Hardlopen” van Jean Echenoz over de beroemde Tsjechische hardloper Emil Zatopek.

In de pauze van een concert van folkloristische tsjechische muziek in het Bozena Nemkova museum, overhandigden Kees en Pauline Plaisier van de Stichting Babicka op ludieke wijze de Nederlandse vertaling van het beroemde boek onder het toeziend oog van veel Tsjechen en wat Nederlanders. Zelf heb ik een exemplaar meegenomen en het blijkt een prachtig boek, mooi geïllustreerd door de Tsjechische kunstenaar Tesar. Het is erg leuk en interessant om te lezen over de belevenissen en de gebruiken van de grootmoeder en de rest van de familie in het dal van de Upa. Dat prachtige dal waar we ook al vaak hebben gewandeld.



De “Prinsjesdag bijeenkomst” van de Tsjechisch Nederlandse Kamer van Koophandel stond natuurlijk in het teken van de troonrede, die eerder op de dag in Nederland was uitgesproken en de Miljoenennota. In de fraaie entourage van het “nieuwe raadhuis” van Praag, lichtte de ambassadeur van Nederland in Tsjechië de hoofdlijnen toe van troonrede en miljoenennota. Een licht positief verhaal. Interessanter vond ik de presentatie van de oud-premier van Tsjechië, Jiri Rusnok. Uit zijn presentatie met tabellen en grafieken over de Tsjechische economie, bleek de goede positie van Tsjechië in Europa m.b.t. groei, werkloosheid, armoede etc. Is Europa en zijn wij ons in Nederland wel voldoende bewust van de kracht van de Tsjechische economie? Zou Tsjechië zich wat minder bescheiden moeten opstellen, zich wat overtuigender moeten profileren? Die bescheidenheid die ook Emil Zatopek in het begin van zijn indrukwekkende internationale loopbaan typeerde?



Uiteindelijk heb ik aan vier scholen, drie in Trutnov één in Nachod, een bezoek gebracht en een gesprek gevoerd over internationalisering. Mijn aanname dat deze kleine scholen geen capaciteit hebben om internationale projecten te initiëren, bleek wel te kloppen. Er is wat internationale ervaring, met name met Oostenrijk, maar structurele inbedding en het actief zoeken en vinden van partners, blijkt inderdaad lastig.Enthousiasme is er zeker, bij docenten Engels, maar ook bij de directies. Ik hoop dat ik er bij kan helpen. Leuk ook om op de school te zijn, die met twee enthousiaste docenten en een groep leerlingen op zeer ambachtelijke wijze ons tuinhuis op palen heeft laten bouwen. Ik heb daar in het Junior restaurant geluncht. Prima. Veel leerlingen schieten nog steeds in de stress als ze Engels moeten praten. Daar moet nog veel aan gebeuren.




Omdat we ons huis in Jivka hadden verhuurd, bij een kort bezoek bleken de gasten het goed naar de zin te hebben, verbleef ik in Pension Pohoda in het centrum van Trutnov. Ook leuk om een keer mee te maken en te kunnen constateren dat de horeca enorme stappen heeft gezet in de professionalisering. Staf en personeel zeer vriendelijk (en Engelssprekend), goede, schone kamer, prima eten, overal snel internet. Uitstekend.

Tussen de bedrijven door heb ik ook nog lekker gewandeld. Eën dagwandeling en twee wandelingen van een halve dag. Mede door het uistekende weer was dat volop genieten. En iedere keer weer, het verveelt nooit, de ervaring “wat is het hier mooi”!


Zomer 2014 in Jivka, wéér bijzonder

07 September 2014

Al tien jaar brengen wij onze zomervakantie door in ons huis in Jivka, bij Trutnov.

Het verveelt nooit. De prachtige natuur biedt zoveel wandelmogelijkheden, dat er altijd weer nieuwe wandelingen te maken zijn. Onze twee kleindochters komen er al vanaf dat ze baby waren.

Nu zijn ze 7 en 9 en maken inmiddels ook flinke wandelingen. Ze genieten nu al van de omgeving en het wordt extra spannend als er geklauterd moet worden, als er reeën, slangen, hazelwormen, hagedissen en andere dieren te zien zijn, of als we de wandeling combineren met een treinreisje of eindigen bij een zwembad.

Twee dingen maakten voor mij deze vakantie speciaal.

Al tien jaar beheren onze, ontzettend lieve, buren ons huis en het terrein. Ze voelen zich verantwoordelijk en denken met ons mee. Toen we vorig jaar het idee van een tuinhuis opperden, werd onmiddelijk meegedacht. Onze buurman heeft een vriend die docent is op een school voor beroepsonderwijs in Trutnov. De buurman heeft hem bereid gevonden om op basis van onze ruwe schets met een groep leerlingen het tuinhuis te bouwen.

Deze zomer was het tuinhuis achter op ons terrein af. Wat een prachtig stuk werk! Goed, stevig, ambachtelijk gebouwd en keurig afgewerkt. Wij (zeker ook onze kleindochters) zijn er erg blij mee en vinden het een heel leuk idee dat dit door plaatselijke jongeren is gemaakt. Ik hoop in het najaar de gelegenheid te krijgen de docent en de leerlingen op school te kunnen bedanken.

In onze plaatselijke winkel, echt zo één uit de communistische tijd, waar voor ons geruststellend heel weinig verandert (hoewel we er nu kunnen pinnen), lag opeens een prachtig boek bij de kassa over Jivka, “onze” gemeente. Bijzonder er aan is dat men een prachtig geïllustreerd boek uitgeeft over een gemeente, die bestaat uit zes (vroeger zelfstandige) dorpen, maar nu een totale bevolking heeft van ca 600 mensen!

Verder vind ik opvallend, én positief, dat de geschiedenis ruim aan bod komt. Terwijl ik vaak dacht dat de huidige inwoners daar niet al te graag over spraken. De streek was namelijk voor het overgrote deel Duits. En al eeuwen lang. Na de tweede wereldoorlog zijn vrijwel alle Duitsers er uitgezet, en ook niet altijd zachtzinnig. Fabrieken, winkels en huizen werden door Tsjechen ingenomen. Maar omdat dat geen grote aantallen waren, kwamen veel gebouwen leeg te staan en staan soms nog leeg.

In één generatie zijn dorpen bijna geheel gevuld met nieuwe inwoners. In het boek is ruim gebruik gemaakt van informatie uit een ouder boek dat de geschiedenis van de streek uitvoerig beschrijft.

Ik wil daar later graag nog eens op terugkomen, omdat ons huis en zijn bewoners, deel van die geschiedenis uitmaakt.

Deze gebeurtenissen leiden tot een steeds sterkere band met de omgeving, met de mensen en het land en maken onze vakanties iedere keer weer interessant.


Het ene bestuur in, het andere uit

15 Augustus 2014

Toch onverwacht in z'n onverbiddelijkheid en snelheid, moest ik bij het aanvaarden van het raadslidmaatschap mijn functie als voorzitter van het bestuur van dorpshuis De Schulp direct opzeggen.

Het plotselinge vertrek als voorzitter van De Schulp gaat mij aan het hart. Hoewel ik al tien jaar in het bestuur zit, had ik graag nog wat belangrijke ontwikkelingen van dichtbij actief meegemaakt. Natuurlijk de aanbouw van het JOEB gebouw, maar zeker ook de ontwikkelingen met betrekking tot de medewerkers in verband met het komende vertrek van Vito d'Ambrosio en Ans Kool. Ik hoop als adviseur van het bestuur nog hierbij betrokken te zijn, maar mijn invloed is natuurlijk beperkt.

Niet als vervanging van De Schulp, maar wat mij betreft als logische stap na het intrekken in Ondernemerscentrum Duin en Bosch, ben ik toegetreden tot het bestuur van de stichting Het Oude Theehuys. Het oude theehuis was een koffie-en lunchgelegenheid in het oude gebouwtje op het terrein van psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch (later Dijken Duin), dat werd geëloiteerd mede met de inzet van psychiatrische patiënten of andere mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt.

In verband met de vele veranderingen op het terrein (nu openbaar), zoals sloopwerkzaamheden enerzijds en nieuwbouw van zorgpaviljoens, maar ook nieuwbouwwoningen anderzijds, is het caféestaurant verhuisd naar een ander gebouw, rijksmonument, dat de bestemming heeft gekregen van ondernemerscentrum.

Beneden is nu een mooi groot caféestaurant gebouwd, met groot terras op de grasweide, waar nu onder de naam "De Oude Keuken", met dezelfde visie wordt gewerkt.

Door de groei van het geheel ontstaat behoefte aan een professionelere organisatie, opleidingsplannen e.d. Ik wil hier graag mijn bijdrage aan leveren.

Onderwijs & MaatschappijMeer over dit thema...

Een week van Hugo Snabilie, raadslid KIES Lokaal in Bergen

27 Mei 2014

Maandag begon de politieke week met de fractievergadering en de voorbereiding daarop. Deze vergadering vond weer plaats bij de fractievoorzitter thuis, voor velen de plek waar het allemaal begon.

Onder wisselend voorzitterschap proberen we

evenwicht te vinden tussen vergaderorde en het nog steeds aanwezige enthousiasme en de vele ideeën en visies, die zich niet makkelijk laten leiden.

Het leek qua vergadertechniek lange tijd goed te gaan, tot we op het onderwerp wonen kwamen, waar we in de uitwerking nog veel verschillende meningen hebben.

Dinsdagavond was een geplande avond voor informatie- en presentaties. Eerst toelichtingen en vragen m.b.t. de jaarrekening van de gemeente over 2013 en de Perspectiefnota. Deze laatste nota is een voorloper op de begroting voor 2015 met doorkijkjes naar de jaren er na. Deze was echter “beleidsarm”, omdat ten tijde van het voorbereiden en opstellen er nog geen college was, laat staan een onhoudelijk akkoord. Hierna was er in de raadszaal met een wat afwijkende stoelbezetting, een presentatiebijeenkomst m.b.t. veiligheid. Vanuit de veiligheidsregio, de politie en de brandweer werd aangeven wat de huidige situatie is, welke ontwikkelingen het afgelopen jaar hebben plaats gevonden en wat er de komende tijd gaat spelen.

Donderdagmiddag in Blooming Hotel de afscheidsreceptie van de vertrekkende wethouders. Een geanimeerde bijeenkomst, lovende woorden van de burgemeester, mooi weer en prettige sfeer. Zelf heb ik de oud-wethouders succes gewenst en met een paar (oude) bekenden gesproken. Ook een leuk contact gelegd met iemand die veel weet van wonen (werkzaam in Amsterdam, wonend in Bergen), maar ook affiniteit met Tsjechië, onderwijs en maatschappelijk werk. Dat praat dan natuurlijk makkelijk. Als raadslid blijkt dat netwerken een belangrijke competentie is.

Vrijdag tenslotte bezocht ik het symposium “Lokale Kracht” in de Vest in Alkmaar. Voor mij, met onder meer de portefeuille decentralisaties en zorg, een goede gelegenheid om inhoudelijk beter geïnformeerd te raken. Een interessante dag, waar ik inderdaad heb geleerd en ook weer een goed contact heb gelegd.

Al met al een drukke politieke week, maar een week die ook motiveert en inspireert. Ik moet wel blijven hardlopen, want vrijwel iedere bijeenkomst gaat gepaard met nootjes, hapjes en bitterballen.


Studyvisit Podêbrady

14 Maart 2014

Ik ben wél blij met de Europese Unie. Al zou het alleen maar zijn vanwege de mogelijkheid om aan een Studyvisit deel te nemen. (Helaas was dit wel de laatste ronde).

Jaren geleden heb ik als directeur bij ROC Leiden een studyvisit naar Turkije meegemaakt, nu als, bij het onderwijs betrokken, zelfstandig ondernemer en adviseur.

In de week van 2 tot 7 maart was ik met 12 deelnemers uit Spanje, Portugal, Roemenië, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Duitsland, Estland, IJsland en ik dus in Podêbrady, een stadje zo’n 50 kilometer ten oosten van Praag.

Het thema van dit bezoek was de verbinding tussen (beroeps-)onderwijs en het bedrijfsleven, voor mij vroeger en nu een boeiend en altijd actueel onderwerp.

We leren van elkaar door allerlei voorbeelden uit de diverse landen, maar ook van de scholen die we in Podêbrady, Lysa nad Labem, Kutna Hora en Praag hebben bezocht. Op vallend was de wijze waarop deze, voor onze begrippen, kleine scholen goede kwaliteit weten te leveren in soms matige omstandigheden, door een zeer goede teamgeest.

Omdat ik er al een dag eerder was, heb ik enorm kunnen genieten van de zondag in Podêbrady. Deze 2e maart was de eerste echte lentedag, stralend blauwe lucht en prachtig weer. En ik geniet van de manier waarop veel Tsjechen zo’n dag beleven. Kuieren, wandelen, fietsen, skeeleren langs de Labe. En natuurlijk heerlijk zitten, deze dag zelfs buiten in het zonnetje met een biertje. Tsjechen weten, ook vaak met beperkte middelen, hoe van zo’n dag te genieten.

Wat mij verder opviel in de contacten, is dat wij denken dat we een band hebben met Tsjechië, maar dat veel Tsjechen meer aandacht besteden aan Frankrijk, Duitsland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, al was het maar in verband met de talen. Willen we die band met Tsjechië, dan moeten we er wel actief aan werken.

Het is wel een fijn gevoel om meerdere talen redelijk te kunnen spreken en verstaan. Goed Engels beheersen is bijna noodzakelijk, Duits en Frans is toch wel makkelijk, een beetje Spaans en Papiamento leuk, en Tsjechisch in Tsjechië nuttig, maar nog oh zo moeilijk.

De organisatie door Eva Svobodova van de Hotelschool in Podêbrady, de gastschool van deze studyvisit, was voortreffelijk en de groep van 13 willekeurige mensen uit Europa was positief, enthousiast en gedisciplineerd. Als dit de doorsnee zou zijn, komt het wel goed met Europa.

Ik heb er enorm van genoten en weet wel zeker: Na shledanou!


KIES LOKAAL

01 Maart 2014

Terwijl ik er nooit echt over heb gedacht, ga ik de politiek in.

Twee maanden geleden werd ik gevraagd om eens een avondje mee te praten en te luisteren. Het enthousiasme van een flink aantal geïnteresseerden, inclusief een paar oudgedienden, verraste mij positief.

Met name de overheveling van landelijke taken on der andere in de zorg, hield me wel al bezig, omdat ik deze ontwikkeling in schril contrast zie met de grote afstand tussen gemeente en inwoners.

Schaalvergrotingen (fusies van gemeenten) heb ik in het onderwijs ook mee gemaakt en zelden heb ik de verwachte voordelen qua kwaliteit en efficiency, terug gezien. Meer bureaucratie, grotere afstand tussen bestuur en werkvloer wél.

Door met name mijn voorzitterschap van dorpshuis De Schulp is mijn betrokkenheid bij lokale gebeurtenissen en ontwikkelingen al jaren groot. Met deze ervaring én mijn ervaringen in het onderwijs hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan de voortdurende kwalitieisverbetering van de dorpen in Bergen en uitvoering te geven aan mijn motto:

“Mensen verbinden aan onderwijs en maatschappij.”

Ik werd enthousiast, mede door de discussies die gepaard gaan met het oprichten van een nieuwe, lokale partij met mensen die elkaar veelal niet of nauwelijks kennen. Het enthousiastme heeft geleid tot plek drie op de verkiezingslijst van onze partij KIES (Kernen in evenwicht en samenhang) LOKAAL.

Kies Lokaal Facebook  Website Kies Lokaal


Australië

01 Maart 2014

Deze week na drie weken vakantie weer aan het werk gegaan en de dagelijkse routine weer opgepakt. Maandag beiden op de fiets naar het werk. Het was 4 graden met een vaag zonnetje en droog. Nederland is dan zo prachtig groen t.o.v. het dorre en droge Australië.

Afgezien van het plezierige verblijf van ruim een week bij mijn zuster, haar Australische man, dochters en kleindochter in Melbourne, was het een vakantie waarin mijn interesse in diversiteit weer goed aan bod kwam.

Bij toeval(?) kwamen we zowel in Brisbane, in het fraaie Museum of Modern Arts, als in het Australian Centre for The Moving Image (ACMI) in Melbourne, werk tegen van de australische video­kunstenares Angelica Mesiti. In Brisbane de videoproductie “Citizens Band 2012”. Vier mensen die vanuit een andere cultuur komen en in een gewone dagelijkse omgeving muziek maken. Een meisje uit Kameroen sloeg met haar handen in een Parijs zwembad een melodie op het water. Een man uit Nepal, zichzelf begeleidend met een twee-snarig instrument, zong een mooie melodie met keelgeluiden. Een taxichauffeur in de VS met conservatorium opleiding in Afrika, floot in het donker, zittend in zijn taxi, een prachtig liedje. Echt aangedaan raakte ik door de blinde Algerijnse zanger met klein toestinstrument, die in een metro in Parijs, temidden van ongeïnteresseerde in- en uitgaande reizigers, een prachtig melancholiek liedje speelde en zong.

Zo is videokunst een mogelijkheid te wijzen op de rijkdom van de diversiteit van deze wereld.

Min of meer hetzelfde geldt voor de videoproductie “The Calling” van Angelica Mesiti, die we zagen in Melbourne. Nu waren het fraaie beelden en opnames van mensen in Turkije, Grieken land en de Canarische eilanden, die over flinke afstanden met elkaar communiceren door te fluiten. Prachtig. Kijk eens op YouTube bij Angelica Mesiti!


Er is meer dan Europa

22 Dec 2013

December stond in het teken van de start van het nieuwe subsidieprogramma van de EU voor (vnl.) het onderwijs: Erasmus +

Van 2014 tot 2020 wordt opnieuw veel geld (14,8 miljard euro) beschikbaar gesteld voor europese projecten in onderwijs en jeugdwerk.

Toch heb ik in mijn startjaar als zelfstandig ondernemer ook dingen buiten Europa gedaan. Mijn eerste PUM-missie bracht mij naar Niger, waardoor ik iets meer inzicht kreeg in Afrika, een continent waar ik, afgezien van Marokko, nooit eerder ben geweest.

Eind november, begin december was ik drie weken voor CINOP op stap met een dame van het Ministerie van Onderwijs van Zuid-Afrika. Zij kwam naar Nederland voor een studieopdracht m.b.t. de implementatie van een curriculum voor Motorvoertuigentechniek niveau 4. Het leverde mij inzicht op in het Zuid-Afrikaanse (beroeps-)onderwijs en ook in deze opleiding in Nederland, waar we weer zeer bevlogen mensen tegenkwamen.

Ik hou van duurzame relaties, dus werk ik er aan en ga ik er van uit dat ook deze contacten in Afrika vervolg zullen krijgen.

Mijn concentratie op Turkije en Tsjechië heeft ook meer vorm gekregen. Twee bezoeken aan Turkije in juni en december hielden de contacten warm en legden de basis voor een projectaanvraag Erasmus + in de logistiek.

In Tsjechië heb ik in september een gesprek gehad bij het Internationaal Agentschap. Mijn aanvraag voor de laaste ronde Study Visits van het oude Life Long Learning Programma is gehonoreerd (dus ook als ZZP’er of kleine ondernemer zijn er kansen) en dus kan ik begin maart 2014 naar Podebrady.

In de loop van 2014 wil ik kijken wat ik kan doen voor scholen in de omgeving van Trutnov en Hradec Kralové en ze zo mogelijk verbinden aan Nederlandse scholen.

Al met al kan ik met een goed gevoel terugkijken op 2013, zowel privé als zakelijk en zijn er veel interessante en uitdagende mogelijkheden in 2014.

Ik wens iedereen heel Prettige Kerstdagen en een Gelukkig 2014!


Mijn PUM missie in Niger

11 September 2013


Nadat ik al een jaar geleden was geaccepteerd als expert bij PUM, vond van 25 augustus tot 4 september mijn eerste missie plaats.

Naar Niger in Centraal Afrika, waar ik me maar moeilijk vooraf een voorstelling van kon maken, afgezien van de waarschuwingen omtrent veiligheid. Het werd een stevige eerste opdracht. Door de grote armoede en vuiligheid, het grote cultuurverschil of doordat de klik met de opdrachtgever er niet echt was? Of toch door het feit dat mijn Frans niet zo best is en men hier nauwelijks Engels spreekt (dit i.t.t. de informatie vooraf) en mijn populaire PUM voorganger zo goed Frans sprak?



Natuurlijk ging ik als PUM expert aan de slag en kwam met de opdrachtgever overeen dat ik twee zaken zou doen. Enerzijds zijn verwachting dat ik lessen (westers) management zou verzorgen, anderzijds mijn verwachting dat ik de school zou adviseren ter verbetering van hun management. Langzaam wennend aan het trage tempo, aan mensen die veel te laat komen en aan mensen die niet echt in mij geïnteresseerd lijken, werkte ik aan beide deelopdrachten door. Gelukkig had ik wel wat managementboeken mee en in mijn kamer in het wat oude, beperkte, kale, maar schone hotel, wel draadloos internet.

Mijn lessen kregen vorm en gesprekken die ik voerde met docenten en studenten en die leuk en nuttig waren, zetten mij weer op het goede spoor. De lessen, die door een klein, maar geïnteresseerd publiek werden gevolgd, waarbij één van de deelnemers mijn Engels naar het Frans vertaalde, gingen goed en werden gewaardeerd. De fotovoorstellingen op de laptop van Nederland en Tsjechië trouwens ook, die ik vertoonde bij het lange wachten tot we konden beginnen.



Tenslotte heb ik de twee onderdelen van de opdracht weten te verbinden door mijn adviezen en aanbevelingen te baseren op de inhoud van mijn lessen over management en leiderschap.

De formele afsluiting vond, tot mijn verrassing maar geheel in de stijl van de opdrachtgever, voor camera’s plaats. Na het overhandigen van wat kado’s, mocht ik/moest ik nog iets zeggen over de school. Dat dat in het Frans én in het Engels moest was wel een passende afsluiting van mijn werk daar.

Ik hoop van harte dat ze tot goede dingen leiden, want ook al heb ik wat moeite met de opdrachtgever, hij heeft wel visie en heeft een instituut neergezet dat goed bekend staat en dat goede mensen opleid. Iets wat in deze zich ontwikkelende, maar nog erg arme, maatschappij erg belangrijk is.

Zeker zo belangrijk is dat ik hier zelf veel van geleerd heb. In zo’n situatie wordt je echt teruggeworpen op jezelf en je intuïtie en kom je ook je eigen beperkingen tegen.

Hugo Snabilie, 9 september 2013.


60 en dan?

01 September 2013

17 Augutus j.l. vierde ik mijn 60ste verjaardag. Alleen al die verjaardag kan reden zijn voor een feest.

Maar tel daarbij op dat ik door die leeftijd per vandaag met pensioen kan, mijn eigen bedrijf ga beginnen, kort geleden mede de Stichting MOIO (Maatschappelijk Ondernemen in het Onderwijs, www.studiomoio.nl) heb opgericht, met oudste dochter Marjolein meedenk in de oprichting van een nieuwe stichting voor gehandicapte jongeren, dat we ons huis in de Boonakkersteeg in Egmond Binnen nu 25 jaar bezitten en ons huis in Tsjechië tien jaar (www.snabilic.com), dat ik op dit moment tijdens mijn eerste PUM missie in Niamey in Niger zit (www.pum.nl), en je kunt er echt een mooi groot feest van maken.

En dat hebben we gedaan. Met familie, “oude vrienden”, buren, wandelvrienden, voetbalvrienden en alles er tussen in.

Heel blij natuurlijk was ik met de komst van mijn zuster Marian en haar man Andrew uit Melbourne, Australië. Andrew’s stap al jaren geleden om zelfstandig consultant te worden is zeker een voorbeeld. Natuurlijk met broer Rudo, zonder wiens dromen we nooit ons heerlijke huis in Jivka zouden hebben. Sommige dromen zijn geen bedrog! Fijn dat Elma en Mirtele er ook waren.

Ook met jongste broer Tom, die me een prachtig zelfgemaakt cadeau gaf, wat alleen hij kan. Zwager Hans en schoonzusje Dieuwke waren er en zij hadden niet alleen hun twee leuke meiden mee, maar ook schoonmoeder Jannie meegenomen. Zij kon natuurlijk niet ontbreken. Oom Cor (broer van mijn moeder) en Tante Fia waren er, zij hadden Egmond Binnen al veel eerder ontdekt en bleken, tot verrassing van veel dorpsgenoten, familie van ons te zijn. En nicht Saskia met diverse bekenden onder de gasten.

Fijn dat vrienden uit onze jonge jaren er ook bij waren, Henk en Marianne Nijhuis en Bert en Irna Dasselaar. Oud-collega’s Paul en Hannie Minnee en Ernst en Sietske Mak met zoon. Vanzelfsprekend onze wandelvrienden, die al vele jaren onze passie voor het wandelen in de Tsjechische bergen en natuur met ons delen en er ieder jaar weer een gezellige week van maken. En niet te vergeten onze buren. Ook al gaan we vrij veel naar het buitenland, we waarderen onze buurt en onze buren zeer. Tenslotte, waarschijnlijk de grootste groep, de voetbalvrienden, “oude” veteranen, jonge veteranen. We houden nog steeds van dat potje voetbal op de zondagochtend en de gezelligheid erna. Tenminste ik wel en ik teken nog maar weer een jaar bij.

Zoals gebruikelijk werd er het één en ander gedaan. Het spits werd afgebeten door mijn verrukkelijke kleindochters met een mooi uitgevoerde dans op muziek. Want natuurlijk waren zij er bij, tot laat in de avond toen de fakkels en de vuurkorven branden en mijn jongste kleindochter Manou op mijn schoot in slaap viel.

Later “mijn” andere meiden, Marianne, Marjolein en Roos en natuurlijk op de achtergrond ook Bas, die twee mooie jazzklassiekers van passende prachtige nieuwe tekst hadden voorzien. Een door mijn schoonmoeder geschreven lied werd door iedereen met mijn schoonmoeder voorop meegezongen. Broer Rudo had een mooi gedicht geschreven, zoals alleen hij dat kan en verwees naar onze overeenkomsten en de vele dingen die we samen hebben gedaan en zoals we beide wensen, nog zullen doen. Later volgden nog wat geïmproviseerde optredens van vrienden, waarbij de intentie beter was dan de uitvoering, maar illustreerde de uitstekende sfeer.

Zoals ik in mijn eigen speech vertelde betekent 60 jaar niet zo veel. Tien jaar ouder dan 50 (wat ik met veel van dezelfde gasten ook heb gevierd), dat is zeker. Maar wat voel je er van? Niets. Als ik dagelijks rondloop onder mensen, voel ik geen leeftijd, het speelt geen rol. Ik voel me trouwens beter dan 10 jaar geleden. Zowel fysiek als mentaal voel ik me sterker. Dat belooft nog wat!

Uit de uitnodigingskaart, ontwerp natuurlijk van Rozanne (www.reddisgdesign.nl) zou je kunnen afleiden dat ik materieel wel alles heb, maar mentaal niet. Dat heb ik niet bedoeld. Ik heb bijna alles, er blijven gelukkig altijd wensen over, maar er zijn er velen op deze wereld, die veel en veel minder hebben, zoals ik hier in de harde werkelijkheid in Niger om me heen zie. Daarom heb ik besloten de verjaardag giften af te dragen aan twee goede doelen. Ondanks de crisis heeft iedereen geweldig meegeholpen om €500 te kunnen overmaken aan SOS Kinderdorpen, t.b.v. het nieuwe dorp Yammousoukro (www.soskinderdorpen.nl) en €500 aan Medical Knowlegde Institute (MKI www.mki.nl de website wordt momenteel vernieuwd). Veel dank.

Tenslotte dank ik mijn geweldige vrouw Marianne, al meer dan 36 jaar mijn maatje voor alle voorbereidingen en het verzorgen van de juiste sfeer. En mijn fijne kinderen voor hun bijdragen aan dit feest, zoals het gezellige ontbijt de volgende ochtend door Marjolein, en het prachtige boek met (wandel)herinneringen. Dank jullie wel.



Onder een tamarindeboom in Niamey, Niger, 1 september 2013.


Turkse interesse

3 juli 2013

Afgelopen zaterdag vloog de tweede, en voorlopig laatste delegatie uit Turkije terug naar Ankara.

Voor het CINOP mocht ik voor twee delegaties uit Turkije het programma samen stellen en de groepen begeleiden. De eerste groep was na een paar dagen Duitsland, maar twee dagen in Nederland, de tweede groep was hier voor twee weken.

Beide groepen maken deel uit van een gezamenlijk project van de Europese Unie en de nationale overheid van Turkije om het beroepsonderwijs te verbeteren. De eerste groep kwam met specifieke aandacht voor kwaliteitszorg, de tweede met name voor toetsing, examinering en assessments.

Beide groepen bestonden uit beleidsmakers, directieleden én (oud-) docenten.

Bij de eerste groep zat de uitdaging in het realiseren van een zo goed mogelijk programma op dagen dat er weinig mensen beschikbaar waren. Zij waren hier op 9 en 10 mei, ofwel Hemelvaartsdag en de dag erna. Met Tom Visser van het CINOP en twee dames van MBO Amersfoort hebben we toch een redelijke invulling aan het programma kunnen geven.

Het programma van de tweede groep was natuurlijk veel uitgebreider en vroeg om het leggen van veel contacten. Uiteindelijk is er een goed programma uit gekomen met bezoeken aan CINOP, Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, de kenniscentra Kenteq en ECABO, Hogeschool Leiden, Van Dorp Installaties, MBO-Amersfoort, ROC van Amsterdam en drie trainingsdagen bij Centrum voor Nascholing.

De delegaties hebben veel geleerd. Maar zelf heb ik van deze bezoeken ook weer veel geleerd. Natuurlijk was ik bekend met deze organisaties, maar ik ben nu beter en breder op de hoogte van de structuur van het Nederlandse Beroepsonderwijs.

De Turkse delegaties hebben veel interesse voor het Nederlandse beroepsonderwijs. Zoals gisteravond op de radio door Miriam Sterk en Ton Wilthagen ook benoemd, is met name de afstemming en aansluiting op het afnemend beroepenveld, ondanks de negatieve dingen die we daar vaak over horen, een relatief sterk punt in internationaal opzicht. Nog beter doet het Duitse beroepsonderwijs het, bekend om hun duale structuur. Maar misschien vergeten wij ook regelmatig onze BBL-opleidingen, die ook in deze tijd, zeer waardevol kunnen zijn.

Goed om mee te maken hoe de medewerkers van de kenniscentra, ook in deze tijd van komende bezuinigingen, enthousiast de Turkse gasten ontvingen en hun missie uitdroegen. Dat geldt trouwens voor alle gastheren en –dames, het blijkt heel leuk te zijn je eigen organisatie aan buitenlanders te laten zien. Het inspireert.

In de discussies kwam ook de vraag op tafel of degene die iemand opleidt ook degene mag zijn die dezelfde persoon beoordeeld (examineerd)? Zo ja, hoe bouw je dan controle op objectiviteit in.

Als econoom met verdieping in administratieve organisatie, ben ik maar wat bekend met de essentiële functiescheiding in de organisatie. Hebben we dat in het onderwijs wel goed op orde?

Toevallig (?) werd het nieuws in die paar weken gedomineerd met gevallen van examenfraude en de vraag hoe gedegen de tweede correctie plaats vindt.

Zeker tijdens de training, prima verzorgd door Auke Bolhuis van het Centrum voor Nascholing, bleken de cultuurverschillen. De term assessment wekt hier in Nederland al wel wat verschillende definities op, maar voor mensen uit Turkije bleek er nog een hele wereld achter te zitten. Een wereld waarin toch in eerste instantie beoordeeld wordt of iets goed of fout is, ook in een assessment.

Ik hoop van harte dat deze zeer serieuze mensen terug in Turkije met goede voorstellen komen ter verbetering van het beroepsonderwijs in Turkije. Goede ervaringen uit Nederland, maar ook juist ervaringen uit Nederland die er op duiden dat je ook te ver kan gaan in zaken als schaalvergroting en autonomie van de instellingen.

Hugo Snabilie

Juli 2013


Oprichting Stichting MOIO een feit

28 Juni 2013

Vorige week vrijdag, de eerste zomerdag ook al regende het pijpenstelen, in het prachtige kantoor van Notaris Meijer aan de Keizersgracht in Amsterdam Stichting MIO opgericht.

Hugo

Als lid van de Raad van Toezicht ga ik met de andere oprichters aan de slag met onze doelstelling om met leerlingen uit het MBO maatschappelijke vraagstukken creatief en innovatief op te lossen.
Na een half jaar aan voorbereiding was het moment van plechtig ondertekenen een bijzondere gebeurtenis.

Met een enthousiaste Raad van Toezicht, een moio mix van mensen, ervaring en competenties en een bevolgen dagelijks bestuurder in de persoon van Nathalie Lecina, ben ik er van overtuigd dat we de komende jaren hele mooie projecten gaan realiseren.

Kijk ook op: www.studiomoio.nl

Hugo


Turkse Delegaties

27 Mei 2013

Dat er belangstelling is in Turkije voor het Nederlandse onderwijs blijkt wel uit de komst van drie delegaties waarbij ik betrokken mocht en nog mag zijn.

Drie docenten van een mbo-school uit Ankara namen de in november uitgesproken uitnodinging om naar Nederland te komen, ter harte. En dat terwijl ze reis- en verblijfskosten uit eigen portemonnee moesten betalen. De ouderraad wilde het initiatief en de reis wel financieel ondersteunen, maar mocht geen activiteit t.b.v. docenten steunen. Alleen activiteiten t.b.v. leerlingen.

Een hele dag bij de ene gastheer, ID College in Gouda, een hele dag bij de andere gastheer Horizon College in Hoorn en Alkmaar en een wat rustiger dag tussendoor, welke ik mocht organiseren.

Een bijeenkomst bij het Honorair Consulaat Generaal voor Turkije in Leiden, een autotocht door de bollenvelden, die alleen nog bij Egmond volop in bloei stonden, en een etentje aan de boulevard in Egmond aan Zee. Koud, maar wel een mooie zonsondergang.

Zij hebben zeer bewust de stap gezet naar Nederland. Een mooi begin van een goede structurele samenwerking.

Op Hemelvaartsdag en de vrijdag erna was er een delegatie uit Ankara. Stafleden van het Ministerie van Onderwijs en directeuren van MBO-scholen kregen bij het CINOP een introductie en een verdieping op kwaliteitszorg. Een aktieve en serieuze groep.

Deze werkgroep en de groep die komt van 16 tot 29 juni, maken deel uit van een groot project, gesteund door de EU ter verbetering van het beroepsonderwijs in Turkije.

Turkije staat voor de grote opgave de enorme bevolkingsgroep van onder de 15 jaar, bijna 19 miljoen (26% van de bevolking) op te leiden voor de dynamische, snel veranderende Turkse economie.
Ter vergelijking, in Nederland hebben we 2,9 miljoen mensen onder de 15 jaar, 17% van de bevolking).
Daarbij speelt ook een belangrijke rol dat behalve toegang tot goed onderwijs in het algemeen, de regionale verschillen erg groot zijn.

De realisatie van de kansen van de demografische opbouw van Turkije zijn sterk afhankelijk van goed onderwijs, met name het beroepsonderwijs. En als onderzoek uitwijst dat in bepaalde regio’s 74% van de bedrijven aangeeft het afgelopen jaar geen afgestudeerden uit het beroepsonderwijs aangenomen te hebben, dan is er nog veel te doen.

De EU in “Rethinking education”:
“Turkey, as a candidate country for EU membership, puts sustainable development into practice and transforms herself to knowledge based society which has competitive economy. Education has strategic importance to actualize these targets by considering equality, quality, democratic citizenship and social capital.”

Veel te doen dus. En er is absoluut interesse voor ons (beroeps)onderwijs. Pakken dus die kansen; wij kunnen er ook veel aan hebben en van leren.




Meer thema's Interculturele relaties


Correctie EFVET Conferentie

17 April 2013

De EFVET heeft besloten de conferentie dit najaar in tegenstelling tot eerdere berichten níet in Istanbul te houden, maar in Athene (23 26 oktober).

Deze opmerkelijke beslissing is volgens voorzitter Peter Hodgson, ingegeven door de hoge kosten van conferentieruimte en accomodatie, terwijl alternatieven ver buiten Istanbul niet realistisch waren.

Hij hoopt dat het de komende jaren wel een keer lukt.

Wat betekent dit voor mijn stuk over de kansen met Turkije?

Misschien wel dat de EFVET te lang heeft gewacht; dat Turkije inmiddels Europa minder nodig heeft dan andersom.

Maar ook zonder EFVET-conferentie in Stanbul zijn er veel kansen om te benutten. Die kans voor open goal is gemist, maar er kan mooi gescoord worden uit andere posities!

Voor de goede orde, de EAIE conferentie is september vindt wel plaats in Istanbul.




Meer thema's Interculturele relaties


Toekomst met Turkije

29 Maart 2013

In mijn webpost van 19 maart j.l. heb ik gepleit voor een open houding naar de wereld. Nederland heeft deze houding al eeuwen en heeft die nu nodig om uit de crisis te komen.

De heer Wiebe Draijer, voorzitter van de SER, benadrukte in zijn analyse afgelopen dinsdagavond voor leden van VNO-NCW en De Maatschappij voor Nijverheid en Handel ook het belang van een open houding in de wereld. Hij duidde op het verschil in benadering in de VS en hier door het gebruik van de term “new entrepreneurs” in de VS voor dezelfde mensen die wij in Nederland aanduiden met “allochtonen”.

Verder viel mij op dat hij in zijn analyse ook veel inging op het belang van onderwijs. Niet alleen op hoog universitair niveau, maar ook de meer ambachtelijkeopleidinghen inhet MBO, die moeten meehelpen uit de spagaat te komen tussen werkloosheid in sectoren en tegelijkertijd tekorten in andere sectoren.

Ik wil in dit stuk nader ingaan op de mogelijkheden die Turkije biedt. Mogelijkheden die door velen niet gezien worden of niet gezien willen worden. Ook hier geldt dit naar mijn gevoel zowel voor het bedrijfsleven als het onderwijs.

De economische kansen in Turkije komen duidelijk naar voren in het rapport ”Turkey: an economic pearl on the Bosphorus” van ING Ecocomics Department van 17 april 2012. Een paar conclusies:

  • Potentiële groei op lange termijn 5,3 % per jaar;
  • In 2030 zal Turkije de vijfde economie zijn van Europa;
  • De bevolking van Turkije, 75 miljoen, is relatief jong;
  • Snelle groei van de binnenlandse markt; Nederlandse exporteurs onderschatten de kansen in Turkije en lopen 4,1 miljard aan potentiële export mis tot 2016;
  • Turkije is het bruggehoofd naar het Midden Oosten en Noord Afrika;
  • Turkije verschuift zijn focus van West Europa naar het Midden Oosten, Noord Afrika en Oost-Europa.

Dat deze cijfers gepaard gaan met een opleving van de aandacht voor de oude ethische manier van zaken doen, de “Ahilik-ethiek”, betekent dat ook in het meer maatschappelijk verantwoord zaken doen, er ook te praten valt in Turkije.

De kansen voor het onderwijs in Nederland om met Turkije samen te werken zijn m.i. legio.

Om te beginnen is het Turkse (beroeps-)onderwijs erg geïnteresseerd in het Nederlandse systeem. De wijze waarop in Nederland het praktijkgehalte van het onderwijs wordt geïntegreerd in het curriculum is erg interessant voor hen. Gelukkig kan voor samenwerking met het onderwijs in Turkije beroep gedaan worden op Europese fondsen. Als kandidaat lid van de EU doet Turkije gewoon mee bij subsidiëring.

Samenwerking met het onderwijs in Turkije geeft ook mogelijkheden om te leren van het Turkse onderwijs. De manier waarop de scholen (veelal min of meer sectorale scholen) in de plaatselijke omgeving staan en de zorg om de individuele leerling, zijn interessant voor ons in Nederland.

Bovendien levert samenwerking ons meer kennis van de Turkse cultuur, zoals die heden ten dage in Turkije leeft. Dat inzicht kunnen we goed gebruiken in de Nederlandse situatie waarin in het onderwijs grote groepen leerlingen participeren met een turkse achtergrond.

De belangrijke sectoren in Turkije bieden ook mogelijkheden voor het onderwijs. De agrarische sector, waar nog veel aan productiviteitsverhoging kan worden gedaan, techniek (de constructieindustrie is groot en groeiend in Turkije), de zorg- en wellnesssector, waar de onderwijssectoren toerisme/horeca én gezondheidszorg elkaar ontmoeten, en natuurlijk de handel.

Het onderwijs krijgt het komend jaar nieuwe kansen. De europese verenigingen voor hoger onderwijs (EAIE) en voor Middelbaar Beroepsonderwijs (EFVET) confereren dit najaar in Istanbul, een uitgelezen moment om te oriënteren op de mogelijkheden in Turkije of om de bestaande contacten te verdiepen.

En we hebben wel de infrastructuur om met Turkije samen te werken. In Leiden zijn zowel het Turkije Instituut als het Honorair Consulaat Generaal voor Turkije actief om samenwerking te bevorderen.

Het Nederlands Instituut voor Hoger Onderwijs in Ankara doet veel voor verbindingen tussen het hoger én het MBO.

Ik zou zeggen: “grijp de kansen”!. Turken zijn zeer gastvrij en geven veel vertrouwen terug als je investeert in de relatie. De kans is groot dat je naast goede zakenpartners er ook goede vrienden aan overhoudt.

Meer thema's Interculturele relaties


Internationalisering in tijden van crisis

19 Maart 2013

De afgelopen tijd heb ik gesprekken gevoerd over de thema’s onderwijs en maatschappij en internationalisering, met relaties uit het onderwijs en het bedrijfsleven.

Wat opvalt is dat in de huidige tijd van recessie, crisis en bezuinigingen, internationalisering snel zakt op de beleidsagenda en vaak zelfs wordt geschrapt. Dit geldt voor het bedrijfsleven én voor onderwijsinstellingen.

Ik begrijp dit niet en vind dit kortzichtig om ten minste twee redenen:

  • Op langere termijn zijn internationale contacten zeker weer nodig, gezien onze open economie, die is hoge mate afhankelijk is en blijft van het buitenland.
  • Goede internationale relaties zijn één van de mogelijkheden om als nederlandse economie uit de crisis te komen, aangezien de binnenlandse bestedingen voorlopig onder de maat blijven (en misschien is dat wel structureel).

Internationale relaties zijn, zelfs nog meer dan binnenlandse relaties, opgebouwd door langdurige persoonlijke contacten die tot wederzijds vertrouwen leiden. En wat in jaren is opgebouwd, is als sneeuw voor de zon verdwenen als het vertrouwen in de relatie wegebt.

Het lijkt of veel nederlandse bedrijven en onderwijsinstellingen denken dat het buitenland afhankelijk is van Nederland en wacht op nederlandse initiatieven.

Niets is minder waar, het buitenland wacht niet op ons en zal meer geïnteresseerde partners vinden elders in de wereld, ook in Europa.

Gelukkig ben ik niet de enige die internationalisering belangrijk vind. Ik noem hier slechts het Kennis Centrum Handel, de SER (in opdracht van het kabinet) en betrek daarbij het Global Leadership onderzoek van SHL.

Het Kenniscentrum Handel (KC Handel, www.kch.nl) ) hield op 31 oktober 2012 een symposium over internationalisering “under construction”. Directeur Peter Cras (bestuurslid EVTA): “KCH wil actief bijdragen aan het besef dat de toekomst van Nederland in Europa besloten ligt en date r alleen in die context perspectief op vrede en welvaart blijft.”. “Europa is ‘under construction’ en zal zo blijven. De economische en maatschappelijke ontwikkelingen staan nooit stil en de samenwerking tussen landen zal altijd een resultaat van posities en belangen zijn. Maar juist die voortdurende ontwikkeling maakt het interessant om er een, hoe klein ook, onderdeel van te zijn en bij te dragen aan vrede en welvaart.” Kortom: “just do it”!

De SER (www.ser.nl) is door het cabinet gevraagd te adviseren hoe talentvolle buitenlandse studenten in het hoger onderwijs aan Nederland gebonden kunnen worden. Nederland telt dit jaar 87.000 buitenlandse studenten in het hoger onderwijs. De meeste van hen keren na hun studie terug naar hun land van herkomst en gaan daar werken. Zij gaan dan verloren voor de Nederlandse kenniseconomie. Het CPB becijferde in een onderzoek dat als 1 op de 5 buitenlandse studenten na hun studie in Nederland blijft werken, dit de schatkist €740 miljoen kan opleveren. Naast de opbrengsten voor de schatkist zijn de buitenlandse studenten broodnodig om tekorten in bepaalde arbeidsmarktsectoren te kunnen opvangen. Een bedrag van €740 miljoen is een aardig alternatief voor de door het kabinet ingeboekte bezuiniging van €1 miljard door de “vrijwillige” nullijn in de zorg.

SHL (www.shl.com) lanceerde op 31 augustus 2012 haar eerste Global Leadership-onderzoek. Als we kijken naar het aantal toekomstige leiderschapstalenten, beschikken Mexico, Turkije en Egypte over het grootste aantal potentiële toekomstige leiders.

“Hoewel er momenteel geen sterk aantal huidige leiders is, heeft het Nederlandse leiderschapspotentieel een grote voorsprong op de rest van Europa, met een sterk potentieel aan toekomstige leiders. Bedrijven moeten echter investeren in opleiding en ontwikkeling om dit pptentieel bloot te leggen en toekomstige leiders te ontwikkelen” volgens Marc Albert, managing director Nederland bij SHL. “Het verhogen van opleidingsnormen en het kweken van een cultuur van ondernemerschap zijn een paar van de omgevingsacyoren die opkomende economieën zoals Brazilië, India, Mexico en Turkije omhoog stuwen in de klassering wat betreft toekomstig leiderschapspotentieel. Deze landen hebben een enorme groeikans als zij dit potentieel kunnen identificeren, koesteren en ontwikkelen.

“Nederlandse bedrijven moeten een grotere intelligentie ontwikkelen over het leiderschapstalent binnen hun organisaties en moeten zich bewust zijn van kansen buiten hun binnenlandse markten. Kennis over leiderschapspotentieel bij organisaties is cruciaal voor het toepassen van programma’s voor leiderschap en talentmobiliteit, zodat bedrijven concurrerend bijleven in de wereldeconomie.”

Ik wil hier nog bij aantekenen dat onderwijsinstellingen ook organisaties zijn en zich dit ter harte moeten nemen m.b.t. hun personeel, maar het ook moeten vertalen in de (internationale) context van de opleidingen.

Ikzelf zal mij actief bezig blijven houden met internationalisering. Ik wil graag mijn steentje bijdragen aan de samenwerking tussen het nederlandse en het buitenlandse beroepsonderwijs d.m.v. projecten waarin veel van elkaar te leren is. Turkije neemt daarbij de komende tijd een bijzondere plaats in en ik kom daar in mijn volgende webpost op terug.

Meer thema's Interculturele relaties


De Toverdoos

 11 Januari 2013

Deze week deelgenomen aan de werkgroep die zich bezig houdt met de oprichting van een nieuwe kleinschalige organisatie t.b.v. verstandelijk gehandicapte kinderen en jongeren.

Heerlijk om met zulke bevlogen en ervaren mensen te praten.

Met vakantie,logeren en dagbesteding als basis, geleidelijk uitbouwen tot een geïntegreerde opzet van woon-logeerhuis en dagbesteding waarin ook het werken in ambachten op verschillende niveau's.

In de visie staat de ontmoeting centraal. Dit is de kern voor het omgaan met de ander. De antroposofie is de belangrijkste, maar zeker niet enige, basis.

Mijn betrokkenheid past heel goed in mijn wens om actief te zijn in het maatschappelijk veld. En hoewel ik geen echte kennis of ervaring heb op het gebied van gehandicaptenzorg, kan ik wel mijn expertise inzetten m.b.t. financiën, personeelsbeleid, organisatie e.d.

Bovendien is het de bedoeling ook te werken met stagiairs van verschillende opleidingen en niveau's. Daar kan ik met mijn onderwijsnetwerk ook iets betekenen.

Het jaar 2013 begint veelbelovend. Dit was alleen al een bijzondere ontmoeting.

Meer thema's Onderwijs & Maatschappij


Ahilik

 6 December 2012

Afgelopen 3 december was ik te gast op een bijeenkomst georganiseerd door studentenvereniging Biruni in samenwerking met ondernemersvereniging TOVER (Turkse Ondernemersvereniging Rijnland). Het was goed om weer eens in Leiden te zijn en wat bekenden te kunnen spreken.

De bijeenkomst was georganiseerd rond de boekpresentatie Ahilik-ethiek: Herleving van het ethisch zaken doen in de 21 ste eeuw van de heer Abdulwahid van Bommel.

De oprichter van de eerste Ahilik en daarmee de grondlegger van het systeem, Ahi Evran, was een veelzijdig geleerde en leefde van 1171 tot 1261. Hij is geboren in Hoy in Iran, verhuisde in 1203 0f 1204 naar Bagdad en heeft zich later gevestigd in Kayseri, Anatolië in Turkije. De organisatie Ahilik kreeg een positieve invloed op groepen handwerkslieden en het zakenleven en breidde zich uit naar andere steden, zoals Konya en Kirsehir, waar zich zijn mausoleum bevindt. Hij groeide uit tot de leider van ondernemers en handwerkslieden uit 32 beroepsgroepen.

De Ahilik-ethiek herleeft nu in Turkije, Nederland, maar ook internationaal. De Ahilik-ethiek past goed bij de belangstelling voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Mevr. Martine Breedveld van MVO-Nederland illustreerde dat in haar presentatie.

Imam van Bommel kleedde de boekpresentatie in met wat bespiegelingen over de huidige maatschappij. We zijn te materialistisch en zien te weinig de betrekkelijkheid van de materie én van het leven. In de huidige samenleving vervreemden wij van elkaar, mede door het toenemend gebruik van abstracte begrippen en expertterminologie. We leren elkaar kennen via de (sociale) media.

De wij-cultuur is verlaten voor de ik-cultuur.

Hij adviseerde de luisteraars in de zaal om ten minste drie boeken te lezen:

  1. Hans Achterhuis; De utopie van de vrije markt.
  2. Michael Sandel: Liberalism and the limits of justice.
  3. Zijn eigen boekje over Ahilik.

Wij verstaan elkaar niet meer en hebben een injectie van inspiratie nodig.

Dat kan Ahilik zijn.

De Ahilik-ethiek kan in zeven principes kort worden weergegeven:

  1. De deur van gierigheid sluiten en die van de generositeit openen;
  2. De haat en corruptie deur sluiten en die van zachtmoedigheid en vriendelijkheid openen;
  3. De deur van hebzucht en begeerte sluiten en die van tevredenheid en welbehagen openen;
  4. De deur van lust en verzadiging sluiten en die van soberheid openen;
  5. De deur naar het volk sluiten en die naar de Ware openen;
  6. De deur van oppervlakkigheid en nonsens sluiten en die naar verdieping openen;
  7. De deur van leugens sluiten en die van eerlijkheid openen.

De discussie leverde op dat we in ieder geval moeten zoeken naar meer evenwicht tussen ik en wij, en dat het enige begin is het zelf voor te leven.

Ik ken mijn vriend Durmus Dogan, voorzitter van TOVER, inmiddels zo goed, dat ik weet dat hij intrinsiek handelt volgens de Ahilik en wat mij betreft de Ahi van het jaar 2012 wordt!

Meer thema's Interculturele relaties


PUM Netherlands senior experts

30 November 2012

Op mijn mooie nieuwe visitekaartje staat Onderwijs&Maatschappij als thema centraal.

Gisteren, 29 november 2012, was ik bij de introductiebijenkomst van PUM, ofwel Netherlands senior experts (www.pum.nl). Ik ben namelijk actief PUM-expert geworden in de sector Training&Education. Deze inschrijving past dus uitstekend bij mijn centrale thema.

De introductiebijeenkomst slaagde, in ieder geval voor mij, in de opzet. Nog enthousiaster en geïnspireerder wacht ik met spanning op mijn eerste missie. Dat kan best nog even duren, want voor PUM in zijn geheel geldt dat er ca. 2000 missies per jaar zijn, waarvoor zo'n 300 experts beschikbaar zijn. Voor de sector T&E zijn deze cijfers 150 (en groeiend) en ca. 150 experts.

PUM bestaat volgend jaar 35 jaar, heeft tot nu toe ca. 35000 missies verzorgd en is actief in 70 landen. PUM wordt gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie van Economische Zaken en een bijdrage (in natura) van VNO-NCW (de oprichters).

Er waren op deze dag ongeveer 60 mensen, sommige met partner. En daar waar je als 59-jarige nogal eens oud gevonden wordt, hier voelde ik mij nog een jonkie. Dat is ook best prettig af en toe.

Er waren wat algemene informatieve inleidingen, maar met name het enthousiasme waarmee nog actieve experts vertelden over hun missies, illustreerde hoe deze mensen een waardevolle bijdrage konden leveren en daaruit ook nog veel inspiratie en energie halen.

Mijn ervaringen in landen als, Polen, Tsjechië, Aruba/Nederlandse Antillen, Suriname, Turkije en Marokko kan ik goed gebruiken. In de laatste drie landen is PUM actief. Ik hoop dat ik, in het voor mij spannende jaar 2013, mijn eerste opdracht krijg.

Meer thema's Interculturele relaties


Vakantiehuis Snabilic, Jivka Vernerovice 104.

21 November 2012

In de zomer van 2003, volgend jaar dus al weer 10 jaar geleden, bekeken mijn broer Rudo, zijn vrouw Elma, mijn zoon Bas en ik, een flink aantal huizen in Tsjechië. Het initiatief kwam van mijn broer, die al enige tijd droomde van een tweede huis (kasteel eigenlijk zoals dat in dromen gaat) in Frankrijk.

Min of meer toevallig belandde hij op websites met huizen in Tsjechië. En ach, waarom ook niet. Mijn zoon en ik vonden het leuk om ook mee te kijken.

Vanuit onze achtergrond en jeugd bekeken wij de huizen als potentiële natuurvriendenhuizen. Ruim, gezellig en midden in de natuur. Toen had mijn broer zelfs nog het idee van een kleine camping bij het huis.

Vertrekkend vanuit Vrachlabi, waar wij onze contactpersoon Dahlia ontmoetten, begonnen we met een tocht langs huizen in de wijde omgeving van Trutnov. Het viel ons meteen op hoe mooi de omgeving was en hoe geschikt ook voor wandelen, wat wij altijd graag gedaan hebben en nog doen.

De volgende dag sliepen we in Hotel Adam in Trunov, aan het leuke plain. De omgeving ten noord-oosten van Trutnov trok ons zeer aan en we waren onder de indruk van een huis in Jivka Vernerovice. Oorspronkelijk een oude boerderij (1783), maar met behoud van het authentieke karakter, redelijk verbouwd door de vorige eigenaar, een advocaat uit Praag, die het had als weekend- en vakantiehuis. Veel ruimte, vijf slaapkamers, drie badkamers, grote woonkamer met tegelkachel/oven en een grote tuin met beekje. Met een beetje fantasie een klein natuurvriendenhuis. En prachtig in het dal gelegen. We werden verliefd op het huis (daar moet je mee oppassen), en konden mijn vrouw thuis in Nederland overtuigen van deze gezamenlijke aankoop, ook al was een tweede huis helemaal niet aan de orde.

Op 14 oktober 2003 werd onze sro(Tsjechische BV) snabilic spol opgericht (dat moest toen nog) en in november mochten we op proef een week in het huis verblijven. We werden ontvangen door de eigenaar, waarbij de koop informeel werd beklonken met Becherovka. Wij voelden en roken in die herfstmaand nog restanten van oost-europa en dachten nederlandse pioniers te zijn op 1000 km afstand van Amsterdam.

Bij de overdrachtspapieren vonden wij een handgeschreven briefje met de vertaalde tekst Wees hier net zo gelukkig als wij waren. Dat hebben wij ons ter harte genomen.

Vanaf 2004 gebruiken wij ons huis voornamelijk zelf om vrijwel ieder jaar een paar keer van vakantie te genieten. We hebben heel veel wandelingen gemaakt en wandelkaarten versleten. Er zijn trouwens veel goede wandelkaarten en de bewegwijzering is uitstekend. Ook onze volwassen kinderen komen er graag, zijn er aan gehecht en willen het ook in de toekomst behouden. Mijn broer en ik komen, ieder met eigen concept en eigen groep, al jaren voor een week wandelvakantie. Ons huis biedt plaats aan 10-14 personen en is comfortabel.

Wij realiseren ons dat we geluk hebben gehad. Je hoort soms ook andere verhalen, maar wij hebben het erg getroffen met zowel onze jednatel Dahlia Spruijtova, als met onze buren in Jivka.

Onze buren, Luboš en Jaroslava Hurdalek, hebben wat ze al deden voor de vorige eigenaar ook met ons voortgezet. Ze maaien het gras (heel belangrijk in Tsjechië, maar wel 2500m), maken schoon, zijn sleutelbeheerders, doen klusjes, kortom te veel om op te noemen. Het belangrijkst is echter dat ze zich zeer verantwoordelijk voelen voor ons huis (ze keuren daarbij soms plannen van ons af) en gewoon heel lieve mensen zijn. Ondanks het taalprobleem, ze spreken geen duits of engels, klikt het goed en zijn het vrienden geworden, die lief (ook een kleinkind) en leed (ernstige ziekte van haar) met ons delen. Nu ik wat meer tijd heb, heb ik mijn zelfstudie tsjechisch opgepakt en hoop ik, hoe lastig de taal ook is, toch wat beter met ze te kunnen communiceren.

Vanaf de aankoop van ons huis hebben wij Dahlia (eigenlijk Jirina) als jednatel. Negen jaar lang hebben wij prima samengewerkt en ook met haar een band opgebouwd. Jaarlijks spraken wij elkaar vaak ook met de buren erbij en communiceerder we via de mail. Haar ziekte (reuma) leidt tot haar wens op binnenkort naar Gran Canaria te verhuizen.

Gezien deze situatie hebben we, met behulp van deskundigheid in Nederland (Radka Koch-Hartmanova) en in Tsjechië (Jarmila Böhmova van Second Home Consulting) binnen onze sro de functie van jednatel op mijn persoon geplaatst, nu dat ook wettelijk mogelijk is. Opheffen van de sro kan altijd nog.

Omdat we onze oudste dochter met kleindochter(s) en ook mijn schoonmoeder een aantal jaren ophaalden en wegbrachten naar het vliegveld bij Praag, hebben we ook Praag goed leren kennen en waarderen. Behalve de bekende bezienswaardigheden is er veel te zien en te beleven, ook in de buitenwijken. Vaak hebben we overnacht in Pension Vera (geboekt via Jarka van Unnik in Nederland), eenvoudig, dichtbij het vliegveld, maar goed en aardige mensen. Het ligt vlak bij Bila Hora en alleen de tramreis naar beneden naar de stad is al een feest.

In die afgelopen tien jaar hebben we ook een warm gevoel opgebouwd met het land en de cultuur. Variërend van Buurman & Buurman (Pat & Mat), Molletje (Krtek) tot de brave soldaat Schweik, Weil, Hrabal en Kundera. Van art-nouveau tot onze eigen Trabi-show (oude trabantjes) in Jivka. Van schnitzel, knedli en pivo tot vetspek en Becherovka.

Het, tijdelijk tijdens vakantieperioden, wonen in een klein dorp als Jivka betekent voor ons ook lekkere broodjes halen ´s morgens in het plaatselijke supermarktje en eten en drinken in het zeer eenvoudige maar authentieke cafe/restaurant van Libor in een onooglijke hoek van het dorp achter de typisch Tsjechische plaatselijke fabriek.

Het betekent ook forellen in onze beek de Drevic, reëen, slangen, hazelwormen en niet te vergeten onze steenmarter (kuna), die we het als bewoner met de oudste rechten, gunnen om op onze zolder te wonen en wat lawaai te veroorzaken. Zijn, zeer herkenbare, uitwerpselen moet ik dan maar één keer per jaar van de zolder verwijderen.

Afgezien van ons eigen gebruik van het huis, verhuren we een aantal weken per jaar. Er is inmiddels een groepje trouwe huurders, die blijkbaar vergelijkbare gevoelens koestert.

Hoewel we misschien niet zitten te wachten op heel veel toeristen in het mooie rustige gebied, denk ik toch dat het voor de ontwikkeling van het gebied (dat van oudsher toeristisch is) van belang is dat het beter wordt gepromoot.

Zowel Tsjechië als de regio Trutnov, Broumov, Nachod, is te weinig bekend, terwijl het zoveel te bieden heeft aan natuur en cultuur. Met anderen wil ik graag nadenken over gezamenlijke promotie en dat hoeft helemaal geen vermogen te kosten.

Tenslotte, omdat ik al 35 jaar in het onderwijs werk, lijkt het mij een mooie uitdaging te kijken hoe wij Tsjechische leerlingen uit het beroepsonderwijs, zo mogelijk in combinatie met nederlandse, kunnen inzetten bij het uitwerken en uitvoeren van dit soort ideeën.

Wij zijn nog lang niet uitgenoten en zijn er nog steeds erg gelukkig. Het wonen in Jivka, eventueel een deel van het jaar, komt in onze toekomstdromen voor. En sommige dromen komen wel uit. De rust, de natuur en de mensen maken het ons aan het einde van iedere vakantie moeilijk om weer naar huis te willen.

Website vakantiehuis Snabilič

Hugo Snabilie
19 november 2012

Meer thema's Interculturele relaties


Weblog Tsjechische schrijver

 7 November 2012

Er is een verklaring voor, maar het is toch bijzonder dat ik afgelopen weekeinde het boek: Zivot s hvezdou (Leven met de ster, uit 1949 uitgeverij Van Gennip) heb uitgelezen en zaterdagavond laat de film: Obsluhoval jsem anglického kralé (ik diende de engelse koning, uit 2006) heb gezien.

Leven met de ster van de tsjechische schrijver Jiri Weil (6 aug. 1900 13 dec. 1959) is een prachtig boek over hoe een tsjechische jood in bezet Praag alleen de oorlog overleeft. Door te praten met zijn echte (aanloop-)kat Thomas en zijn gedroomde Ruzena, lezen en leven we mee met zijn gevoelens, ook m.b.t. die andere lui- de nazi’s. Niet voor niets beloond door de Volkskrant met een vijf sterren recensie.

Een bijzondere film, Obsluhoval jsem anglického kralé, van Jiri Menzel naar het gelijknamige boek van Bohumil Hrabal (1914- 1997) uit 1971. Ook hier gaat het deels over de oorlogstijd en hoe mensen daarmee (verschillend) omgaan. Er zit humor in op een ironische manier, dat lijkt wel wat tsjechisch te zijn (denk ook aan de brave soldaat Schweik).

Ik ga snel opzoek naar Weil’s Na strese je Mendelssohn (Mendelssohn op het dak), dat ook opnieuw is uitgebracht en ook al ga ik nog gemotiveerder verder met mijn cursus tsjechisch ik lees ze toch nog maar in het nederlands.

Meer thema's Interculturele Relaties


Bouwen aan en werken met teams

 3 November 2012

Zaterdag 3 november hebben we een bijeenkomst gehad met de meeste (6)mensen die mij feedback hebben gegeven op mijn kwaliteiten. Feedback geven en feedback ontvangen is niet zomaar iets, dus vond ik het leuk en waardevol, ook als dank, om met familie en ex-collega’s dit te doen.

We hebben lekker gewandeld en, als zo vaak, viel het weer tijdens de wandeling hartstikke mee. Gedurende de wandeling, het Binder-deel van het Monikkenpad (zie ook www.sanctiadalberti.nl) is het één en ander verteld over de geschiedins van de Egmonden. Maar meer nog gingen de gesprekken, ook bij de lunch over onszelf. Het klikte goed in deze vrij willekeurige wandelgroep (allemaal wel wandelaars, trouwens) en allen hadden ervaring met het reflecteren op eigen kunnen en het eigen zijn en het werk wat we doen.

Er is mij ook gevraagd wat er uit alle feedback gekomen is. Een terechte vraag, die iets meer hoort te zijn dan mijn mogelijke antwoord dat de feedback uiteindelijk heeft geresulteerd in mijn nieuwe visitekaartje gekoppeld aan mijn nieuwe website.

Ik heb acht formulieren verstuurd en terug gekregen. Drie uit de familiekring, vijf uit de werkkring, waarbij 360 graden in acht is genomen.

Visie is 6 keer genoemd; integer en echt 5 keer; onbevooroordeeld, onafhankelijk, verant­woordelijk, goed luisteren, geduldig, optimistisch, relatie opbouwen, betrokken, respectvol en ruimte geven 4 keer; strategisch inzicht, eerlijk, rustig, kalmte, ontspannen, nuchter, positieve instelling, samenwerking verkrijgen, kansen benutten, ondernemend, ondernemingszin, risico nemen, sympathiek 3 keer.

Mijn formulering op basis van deze feedback zou zijn:

“Een rustige optimistische, sympathieke, integere man met visie en strategisch inzicht, die door goed te luisteren, respectvolle relaties opbouwt en daarmee op ondernemende wijze, kansen benut.”

Ik breng deze kwaliteiten graag in in organisaties die maatschappelijk betrokken bezig zijn, dat kan in de vorm van een (vaste) baan, maar kan zeker ook een andere, flexibeler, ondernemender vorm aannemen. Ik ben erg gemotiveerd om aan de slag te zijn.

Van mijn eigen inschatting van wat anderen zouden vinden zijn: deskundig, dichtbij natuur, kennis overdragen (!), organisatietalent niet door de anderen herkend. Met het organiseren van deze ontmoeting en de wandeling in de natuur, ben ik er meteen mee aan het werk gegaan.

Lieve Marianne, Marjolein, Marieke, Karin, Cok en Rudo. Graag geef ik dit nog even aan jullie mee. Hans en Peter, ik hoop jullie er een volgende keer bij te hebben.

Monnikenpad

Hier wandelen door de natuur,
laat de historie leven.
Een veelbelovend avontuur,
zal deze oergrond geven.
Het is aan u het pad te gaan,
om her en der bij stil te staan.”

- Broeder Frans Melkert osb Adelbert Abdij.

Meer thema's Bouwen aan & werken in teams


Interculturele relaties

15 Juni 2012

Het zal te maken hebben met mijn studiereis vanuit de Universiteit van Amsterdam naar Sri Lanka, of met ons leven op Aruba van 1978 tot 1984, of een combinatie van beide, dat heeft geleid tot een grote interesse in andere culturen en landen.

Verschillen in culturen leiden soms tot verrassingen, problemen ook, maar zeker ook tot relativering, interesse en nieuwsgierigheid.

Omdat in mijn visie onderwijs ook altijd moet opleiden tot mondiale burgers en intercultureel vaardige beroepsbeoefenaren, heb ik mij altijd ingezet voor internationale ervaringen.

Ik heb het geluk gehad te mogen werken met scholen en bedrijven in Suriname, Aruba, Polen, Turkije en Marokko en heb veel internationale conferenties bijgewoond, waarin het internationale enthousiastme word omgezet in samenwerkingsvormen en projecten.

Privé houden we de interesse ook vast. Moet ook wel met een zuster in Australië, een schoonzus in Parijs en een huis (met broer en schoonzus) in Tsjechië. Ons heerlijke huis in Jivka, Tsjechië, biedt ons niet alleen de mogelijkheid om lekker te wandelen in de prachtige omgeving, maar ook om de tsjechische cultuur en (lastige) taal wat beter te leren kennen. Daar genieten we volop van.

Meer thema's Interculturele Relaties


Onderwijs & Maatschappij

15 Juni 2012

Ik heb vrijwel mijn hele werkzame leven in het beroepsonderwijs gewerkt. En met veel plezier.

Het beroepsonderwijs, zeker het middelbaaar beroepsonderwijs, is zeer nauw verbonden met de maatschappij in het algemeen en het bedrijfsleven in het bijzonder.

Veel heb ik dus ook gewerkt in het raakvlak van onderwijs en maatschappij.

Natuurlijk in het kader van de zeer essentiële stages, maar ook in allerlei samenwerkingsvormen.

Een mooi voorbeeld hiervan is het concept Move Your Skills met de Rabobank Leiden e.o.

Maar er zijn veel meer voorbeelden waarbij school en organisatie jonge én oudere mensen samen opleiden, zoals het traject met Key-net, de SPAR Academie, de opleidingen met FLORA Holland e.d.

De belangrijke relatie met het bedrijfsleven leidt ook tot lidmaatschap en deelname aan ondernemersverenigingen e.d., waaronder De Maatschappij (vh van Nijverheid en Handel), Kennis Kring Amsterdam, BV Leiden, Leiderdorpse ondernemersvereninging e.d.

Bijzonder is de relatie die ik namens ROC Leiden opbouwde met LEF, de starterswedstrijd in Leiden en omgeving. Dit mede in het kader van het stimuleren van ondernemerschap en ondernemende houding van MBO-studenten (en medewerkers).

Ook vanuit mijn privésituatie thuis in Egmond-Binnen werk ik graag aan de verbinding maatschappij en onderwijs. Vanuit dorpshuis De Schulp, waarvan ik voorzitter ben, maar ook de nog op te richten bierbrouwerij, waar we een leerwerkbedrijf van willen maken.

Meer thema's Onderwijs & Maatschappij